De groep van 55 Europese en Noord-Amerikaanse landen keurde op een conferentie in Berlijn alle nieuwe vormen en uitingen van antisemitisme af. Ook de pogingen om die uitingen te rechtvaardigen op grond van het conflict in het Midden-Oosten werden door de landen verworpen.

In een slotverklaring stellen de 55 regeringen unaniem dat ze alle aanvallen veroordelen „die ingegeven zijn door antisemitisme of iedere andere vorm van religieus of raciaal geweld of onverdraagzaamheid, zoals aanslagen op synagogen of andere religieuze plaatsen.”

Internationale ontwikkelingen en politieke kwesties, ook in Israël of elders in het Midden-Oosten, kunnen antisemitisme nooit rechtvaardigen, aldus de slottekst. Joodse organisaties hadden geëist dat de conferentie radicale moslimbewegingen concreet zou aanwijzen omdat zij verantwoordelijk zouden zijn voor de toename van het aantal aanvallen op Joden en andere antisemitische incidenten. Dit is echter niet gebeurd.

In het OVSE-kantoor voor democratische instituten en mensenrechten in Warschau komt een instantie die antisemitisch geweld systematisch in de gaten gaat houden.

De Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Joschka Fischer, noemde de tekst de sterkste veroordeling van antisemitisme tot nog toe door een groep landen en mensenrechtenbewegingen.

De slottekst werd voorgelezen door de Bulgaarse minister van Buitenlandse Zaken, Solomon Pasi, wiens grootvader in de Tweede Wereldoorlog gedwongen werd om een davidsster te dragen. Hij vertelde dat zijn grootvader voorspelde dat Bulgaren en Duitsers ooit weer vrienden zouden zijn. Daarop presenteerde hij een geëmotioneerde Fischer de gele ster in een doosje.

Passi gaf het merkteken aan de Duitse bewindsman als dank voor zijn „persoonlijke bijdrage aan de Joods-Europese dialoog.” Fischer was zo ontroerd dat hij na de gift nauwelijks kon spreken.