Zie ‘narcist’ niet als misdadiger
Er valt meer over narcisme te zeggen dan in het interview met therapeut Jantine den Uijl (RD 9-11), reageert Arie Jan de Lely.
Uit het interview met Jantine den Uijl kan het beeld ontstaan dat narcistische mannen aan de buitenkant aardig, charmant en innemend zijn en achter de schermen het gezinsleven manipuleren, onderdrukken, mishandelen, misbruiken, vernederen, kleineren en kwetsen. Bijna alsof ze schijnheilige misdadigers zijn. Dat lijkt mij net te kort door de bocht. Het is jammer dat het kernprobleem van narcisme niet aan de orde komt in het interview. Daardoor blijft inzicht in de achtergrond van narcistisch gedrag achterwege.
Mensen met narcistische problematiek hebben in de kern een kwetsbaar en krenkbaar zelfgevoel. Bij de arrogante, openlijke vorm van narcisme gaat een klein en kwetsbaar ”ik” schuil achter een harde schil, die wordt gekenmerkt door een opgeblazen gevoel van eigen belangrijkheid en uniciteit, hooghartigheid, grootheidsfantasieën, behoefte aan bewondering en een voorbijgaan aan gevoelens en behoeften van anderen. Bij de sensitieve, bedekte vorm van narcisme uit het kwetsbare zelfgevoel zich vooral in onzekerheid, vermijding, gevoeligheid voor kritiek, geremdheid en een negatief zelfbeeld.
Mensen met narcistische problematiek gedragen zich (min of meer onbewust) vaak aardig en vriendelijk omdat dit waardering oplevert die hun zwakke ik versterkt. Kritiek of afwijzing daarentegen komt hard aan, omdat dit het kwetsbare ik in gevaar brengt. Dit kan zo bedreigend zijn dat het voor de persoon voelt alsof er (bijna) niets van hem overblijft. De angst en woede die dat veroorzaakt, kunnen zich vooral bij openlijk narcisme uiten in grensoverschrijdend overlevingsgedrag waarbij de ander klein(er) wordt gemaakt, bijvoorbeeld door vernedering of manipulatie. Een narcistische krenking kan zo ondraaglijk zijn dat het leidt tot suïcide.
Spectrum
In het interview blijft de variatie wat betreft de ernst van narcisme onderbelicht. Daardoor ontbreekt de nuance. In werkelijkheid is sprake van een narcistisch spectrum, waarbij bijna ieder mens een narcistisch trekje heeft, veel mensen meerdere narcistische trekken hebben en sommige mensen kampen met ernstige narcistische persoonlijkheidsproblematiek. Narcistische mannen zijn gelukkig meestal geen tiran in hun gezin.
Verder zou ik terughoudend zijn om mishandeling en misbruik onder de noemer van narcistisch gedrag te scharen. Dergelijk ernstig wangedrag is vooral een teken van een gebrekkige gewetensontwikkeling en dat is meer kenmerkend voor antisociale persoonlijkheidsproblematiek dan voor narcisme.
Ik vind het zorgelijk dat Den Uijl soms uitgaat van narcistisch gedrag, zonder dat er sprake is geweest van goede psychodiagnostiek. Zonder goede diagnostiek kan gedrag verkeerd geduid worden met een verkeerde behandelwijze als gevolg. Aspecten van gedrag die door Den Uijl als narcistisch geïnterpreteerd worden, kunnen ook samenhangen met autisme, een stemmingsstoornis, verslaving, een psychose of hersenschade (zoals dementie of een tumor). Deze aandoeningen vragen om een geheel andere benadering dan narcisme.
Circulair
De teneur van het interview is dat de narcistische man als dader en zijn echtgenote als slachtoffer moet worden beschouwd. Dit kan soms zo zijn, maar meestal is de werkelijkheid niet zo overzichtelijk dat de één weerloos slachtoffer en de ander een gewetenloze schurk is. Interacties tussen echtelieden zijn vaak circulair: men reageert op elkaars gedrag. Door de emotionele reacties op elkaar kunnen man en vrouw ongewild het slechtste bij elkaar naar boven halen. Ik mis in het interview aandacht voor deze complexe realiteit. De nadruk wordt gelegd op de verantwoordelijkheid en gedragsverandering van de man. Uiteraard zijn dat punten die aan de orde moeten komen, maar als het daarbij blijft, is de kans groot dat de narcistische man zich op het matje geroepen voelt. Dat zal zijn motivatie voor verandering niet vergroten.
Ik wil geenszins de grote ellende bagatelliseren die ontstaat als narcistische mannen door wangedrag hun huwelijk en gezin ruïneren, terwijl ze naar de buitenwereld vriendelijk en sociaal zijn en mogelijk een aanzienlijke functie bekleden of zelfs ambtsdrager zijn. Helaas komt dit voor. Maar dat neemt niet weg dat ik ook wil pleiten voor een evenwichtige visie op narcisme met oog voor de onderliggende kernproblematiek, voor zorgvuldige diagnostiek en voor aandacht voor de complexe interacties in intieme relaties. Ik pleit daarvoor, juist omdat dit naar mijn overtuiging de beste uitgangspunten voor behandeling zijn en de meeste kans op enige verlichting kan geven in erbarmelijke huiselijke omstandigheden.
De auteur werkt als psychiater bij Eleos. Hij schrijft dit artikel op persoonlijke titel.