Zikavirus is niet langer grote bedreiging
De Wereldgezondheidsorganisatie WHO beschouwt het zikavirus niet langer als een internationale bedreiging van de gezondheid. Wel ziet het WHO het virus en de aandoeningen die het kan veroorzaken als permanente bronnen van onderzoek en actie.
Daarmee heft de organisatie de noodtoestand rond het virus op. Zika breidt zich weliswaar nog uit, maar de situatie is beter onder controle, aldus David Heymann, de voorzitter van het WHO-noodcomité. Het belang van het bestrijden van virus en ziekte wordt hiermee absoluut niet onderschat, aldus het comité.
Zika is voor volwassenen niet erg gevaarlijk, maar wel voor een foetus. Het kind kan door het virus microcefalie oplopen: een kleine schedelomvang met ernstige gevolgen voor de ontwikkeling van de hersenen. Ook andere aandoeningen worden met zika in verband gebracht. Het virus wordt overgebracht door muggen. Het werd in 1947 in Afrika in het Zikawoud voor het eerst vastgesteld. Een effectieve behandeling is nog niet voorhanden.
Tussen 2010 en 2015 vermeerderde het aantal gevallen van microcefalie zich onverwacht. Met name Brazilië werd zwaar getroffen. Later volgden andere landen in Zuid- en Midden-Amerika. Azië, Europa en Noord-Amerika kregen later ook met het virus en de ziekte te maken, maar wel in veel geringere mate. In juli kwamen bij Amerikaanse wetenschappers antilichamen als bestrijdingsmiddel in beeld. Het zou ook helpen tegen knokkelkoorts.
Een land als Colombia telde een jaar geleden 12.000 besmettingen met het virus. Maar Brazilië telde toen al 3900 daadwerkelijke slachtoffertjes van microcefalie.