Hogescholen tegen korting en prestatieafspraak
De Vereniging Hogescholen reageert vrijdag teleurgesteld op de financiële korting die minister Jet Bussemaker (Onderwijs) heeft doorgevoerd. Zes hogescholen krijgen volgend jaar in totaal 7 miljoen euro minder omdat ze de prestatieafspraken niet hebben gehaald.
„Teleurstellend”, zegt voorzitter Thom de Graaf. „De overheid moet sturen op afstand en meer ruimte aan de autonomie van de hogescholen bieden.” De vereniging benadrukt dat ook zonder prestatieafspraken de kwaliteit van het onderwijs omhoog zou zijn gegaan.
Hogescholen hebben in 2012 prestatieafspraken gemaakt met het ministerie van OCW voor de periode 2012 tot 2016. Dat was om ze te belonen voor het aantal studenten dat succesvol afstudeert, maar ook voor de kwaliteit die ze bieden. Zes hogescholen worden nu gekort op de begroting, na beoordeling door een commissie.
De korting geldt voor InHolland, de Hogeschool Leiden, de Hogeschool Rotterdam, NHL, Vilentum en Fontys. De korting is wel de helft minder dan de minister van plan was. Dat „gezien de moeilijke opdracht” en „de noodzaak om op de door hen ingezette weg het studiesucces te verhogen”, aldus de minister in een brief aan de Tweede Kamer.
De ‘financiële straf’ is volgens De Graaf ingegeven door een negatief oordeel over louter het studierendement. Onterecht, want de scholen hebben zich tot het maximum ingespannen. Ze hebben bovendien gedaan wat de minister zelf heeft gezegd: kwaliteit gaat boven studierendement, zegt hij.
De Vereniging Hogescholen heeft zich eerder uitgesproken tegen een „mechanisch afrekenen” zonder rekening te houden met het verhaal achter de cijfers.