Schippers herinnerde er vrijdag aan dat niet zij, maar de zorgverzekeraars zelf de premie bepalen. De meeste van hen schroeven de premie met zo’n 10 procent op. Volgens de minister hadden de zorgverzekeraars meer uit hun reserves kunnen putten, maar hebben ze dat niet allemaal gedaan. Schippers bestrijdt dat lagere premies de kosten niet zouden dekken. Ze wijst erop dat de reserves van de verzekeraars vorig jaar juist groeiden, hoewel ze toen ook miljarden uittrokken om de premie te drukken.

Mensen met een laag inkomen hoeven zich geen zorgen te maken over een hogere zorgpremie, suste Schippers. Zij gaan er niets van merken, omdat de zorgtoeslag die zij ontvangen met de premie mee stijgt. Midden- en hogere inkomens moeten hopen dat een andere belasting, vergoeding of uitkering juist meevalt. Schippers heeft daar goede hoop op, omdat „ramingen nu eenmaal heel betrekkelijk zijn”.

Vier van de vijf grote zorgverzekeraars hebben inmiddels hun premie voor volgend jaar bekendgemaakt. Alleen op VGZ is het nog wachten. De premie stijgt steevast ongeveer een tientje per maand, terwijl Schippers uitging van 3,50 euro.