Bush en Cheney voor onderzoekscommissie
Het officiële Amerikaanse onderzoek naar de aanslagen van 11 september 2001 heeft donderdag een voorlopig hoogtepunt bereikt met de getuigenissen van president Bush en vice–president Cheney. De beide politici werden in het Witte Huis achter gesloten deuren door de leden van de onderzoekscommissie gehoord.
De Amerikaanse regering verzette zich lange tijd tegen een getuigenis voor de commissie. De president en zijn plaatsvervanger wilden uitsluitend gezamenlijk komen. De verhoren mochten niet op video– of geluidsband worden opgenomen.
Eerdere, wel openbare, getuigenissen voor de commissie baarden nogal wat opzien. De voormalige adviseur van Bush op het gebied van terrorisme, Richard Clarke, verweet de regering de dreiging van al–Qaeda lange tijd te hebben genegeerd. De veiligheidsadviseur van Bush, Condoleezza Rice, sprak deze aantijgingen verontwaardigd tegen.
Pas na forse druk van buiten liet Bush zijn naaste medewerkster onder ede voor de commissie getuigen. Rice erkende toen dat de geheime diensten de president in augustus hadden gewaarschuwd voor aanslagen met vliegtuigen. De diensten hadden echter niet over concrete aanwijzingen beschikt.
De onafhankelijke commissie van oud–politici wil deze zomer haar rapport presenteren. De Republikeinse Partij van Bush vreest dat de Democraten kritiek aan het adres van de president gaan gebruiken in de campagne voor de presidentsverkiezingen eind dit jaar.
