Recept met barokke artisjokken
Onder de groenten is de artisjok misschien wel de meest barokke verschijning. Met z’n stugge groene of paarse blaadjes, keurig symmetrisch over elkaar heen gevouwen. Het is net een sculptuur, haast te mooi om op te eten.
Het is goed denkbaar dat een artisjok bij de eerste kennismaking eerder intimiderend dan smakelijk oogt. Maar schijn bedriegt: het zachte vruchtvlees van deze harde, haast stekelige groente is echt de moeite waard.
Een artisjok is eigenlijk een groot uitgevallen bloemknop van een gewas dat verwant is aan de distel. Het wordt veel gegeten en verbouwd in landen rond de Middellandse Zee. Jonge artisjokken –die ook wel ingeblikt worden verkocht– kunnen in hun geheel gegeten worden. In Nederland worden alleen volwassen exemplaren vers verkocht, waarvan het grootste deel oneetbaar is.
Zo’n volgroeide artisjok kun je voor een origineel voorgerecht in zijn geheel koken. Maar daarna moet je hem dan wel aan tafel als het ware blaadje voor blaadje uit elkaar halen. Dat is een tijdrovende, maar eigenlijk ook wel gezellige bezigheid. Zoiets als spareribs eten, maar dan vegetarisch.
De blaadjes die je eraf trekt, zijn voor het grootste deel oneetbaar. Maar onderaan zit een zacht, vlezig deel dat je er met je tanden als het ware uit kunt schrapen. Nadat je zo’n blaadje eerst even in de vinaigrette doopt.
Naarmate je dichter bij de kern van de artisjok komt, worden de blaadjes dunner en zit er minder eetbaars aan. Daarna stuit je op de draderige kern van de artisjok, het zogenaamde hooi. Dat kun je er met je vingers uittrekken of eventueel met een lepel uitschrapen. Daarna blijft de artisjokbodem over, die je in z’n geheel op kunt eten. Ook weer met een beetje vinaigrette. Zo’n zure en scherpe saus combineert heel goed met het wat bitter smakende vruchtvlees van een artisjok.
Wat rest is een grote hoop leeggeschraapte blaadjes. En wat plukjes hooi.
Artisjokken
Ingrediënten
1 artisjok per persoon
citroen
Voor de vinaigrette
citroensap of azijn
mosterd
peper en zout
olie
Bereiding
Leg de artisjokken op een snijplank. Snijd de steel eraf. Verwijder eventueel ook de onderste blaadjes. Wrijf het snijvlak tegen het verkleuren in met een doorgesneden citroen. Kies een pan waar de artisjokken naast elkaar in passen. Vul hem met water. Knijp er een halve citroen boven uit. Doe de artisjokken in de pan, met de bodem naar beneden. Leg er een bord of klein deksel op om ervoor te zorgen dat ze onder water blijven. Sluit de pan af met een deksel en zet hem op het vuur. Breng het water aan de kook en laat de artisjokken zo’n 20 tot 40 minuten koken, afhankelijk van de grootte. Test of ze gaar zijn door met een mes in de bodem te prikken. Als dat makkelijk gaat, is het goed. Laat ze met de bodem naar boven uitdruipen en afkoelen in een vergiet.
Maak een vinaigrette. Ga uit van 3 delen olie op 1 deel azijn of citroensap. Meng eerst mosterd, peper en zout naar smaak met azijn of citroensap. Klop er daarna de olie door.