Binnenland

Agressie tegen hulpverlener komt vaak voort uit onmacht

Ooit ging een man achter hem aan met een vleesmes. Dat zal ambulanceverpleegkundige Wim de Schipper nooit vergeten. Hoe verwerpelijk agressief gedrag tegen hulpverleners ook is, De Schipper beseft dat er niet altijd sprake is van moedwillige kwaadaardigheid.

Jan Dirk van Scheyen
16 November 2016 16:02Gewijzigd op 16 November 2020 08:35
Ambulanceverpleegkundige Wim de Schipper organiseert ter gelegenheid van zijn afscheid een symposium over agressie tegen hulpverleners. beeld Ruben Oreel
Ambulanceverpleegkundige Wim de Schipper organiseert ter gelegenheid van zijn afscheid een symposium over agressie tegen hulpverleners. beeld Ruben Oreel

Wim de Schipper moest als ambulancebroerder met spoed naar een man met buikklachten. Bij aankomst bleek dat de man zo over zijn toeren was dat hij hulp weigerde. Hij bleek werkloos en was bang dat hij de ambulance niet kon betalen. Hij werd agressief en begon te schelden. „Hij was ten einde raad”, vertelt De Schipper. De man riep dat De Schipper moest maken dat hij wegkwam, anders zou hij hem wat aandoen. Hij liep naar de keuken en pakte een vleesmes waarmee hij de ambulanceverpleegkundige achterna ging. De ambulancebroeder zocht uiteindelijk een veilig heenkomen in een portiek. Daar alarmeerde hij de politie, die de man uiteindelijk overmeesterde. Daarop kon De Schipper de man een rustgevend middel toedienen.

Hartstilstand

Nadat Wim de Schipper van de ergste schrik was bekomen, moest hij een kwartier later met de ambulance alweer naar een ander spoedgeval: een jongeman met een hartstilstand. „Dat was behoorlijk schakelen. Ja, het incident met dat mes zal me altijd bijblijven, omdat het de enige keer was dat ik vreesde het niet te overleven. Gelukkig zocht ik tijdig hulp bij deskundigen. Maar vergeten doe ik het niet. Het voorval deed me wel beseffen dat ik door mijn ervaring als ambulanceverpleegkundige psychisch sterk genoeg ben om ermee om te gaan.”

In totaal zo’n vijf keer in zijn loopbaan had Oost-Souburger De Schipper te maken met ernstige agressie. Maar geweld of agressief gedrag tegen ambulance­personeel gebeurt niet altijd met opzet. Vaak is een achterliggend probleem de oorzaak, zegt de ambulanceverpleegkundige.

Afscheid

Na 22 jaar neemt de 62-jarige afscheid van de ambulance. De Schipper gaat met functioneel leeftijdsontslag. Werkgever Het Witte Kruis bood ter gelegenheid daarvan een borrel aan. „Maar dat kan altijd nog”, reageerde De Schipper. „Ik wilde liever iets anders dan het gangbare en wilde ook iets voor de samenleving betekenen.” Hij mocht een symposium organiseren, dat morgen plaatsvindt in zijn woonplaats Oost-Souburg. Het minisymposium, met als titel ”Inleven om te overleven”, staat in het teken van een andere benadering van mensen die zich door stress of spanning agressief opstellen tegenover hulpverleners.

Volgens De Schipper is er al een wereld gewonnen als hulpverleners, maar ook conducteurs of baliemedewerkers, zich meer proberen in te leven in de mensen die zich agressief gedragen. Agressie tegen hulpverleners is nooit goed te praten. „Maar de belager kan net te horen hebben gekregen dat hij ontslagen wordt of bericht hebben gekregen dat hij of zij ernstig ziek is”, zegt De Schipper. „De agressie komt vaak voort uit onmacht, maar ook doordat we als samenleving steeds minder aandacht hebben voor elkaar. Ik heb niet de illusie dat we op dit symposium dé oplossing vinden, maar het is al goed dat we met z’n allen over het probleem nadenken.”

Paniek

Als verpleegkundige kan Wim de Schipper zich voorstellen dat het mensen soms te veel wordt als ze lang op de ambulance moeten wachten. Ook kunnen mensen gestrest raken als hun kind dat naar het ziekenhuis moet eerst door een ambulanceverpleegkundige uitgebreid wordt onderzocht, voordat de ambulance gaat rijden. „Dan kan er door paniek en pure onmacht, omdat het allemaal niet snel genoeg gaat, agressie ontstaan. Ondertussen weet de verpleegkundige die het kind stabiliseert echt heel goed waar hij mee bezig is.”

De Schipper: „Ook hulpverleners hebben steun nodig. Een mantelzorger die heftige dingen meemaakt bij de zorg voor zijn zieke moeder moet kunnen terugvallen op zijn huisarts en eigen familie. Zo moet ook een hulpverlener kunnen terugvallen op collega’s of een bijzonder ondersteuningsteam.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer