„Spaarrente voorlopig nog niet omhoog”
Hypotheekrentes krabbelen sinds de verkiezing van Donald Trump langzaam weer wat op, maar dat wil niet zeggen dat consumenten ook snel meer rente op hun spaargeld kunnen verwachten. Dat zei financieel directeur Kees van Dijkhuizen van ABN AMRO woensdag.
De hypotheekrente en spaarrente worden niet op dezelfde manier vastgesteld. Een bank kijkt voor de hypotheekrente vooral naar de rente op langetermijnleningen (de kapitaalmarkt), terwijl de vergoeding op spaarrekeningen vooral op de zogenoemde korte rente wordt gebaseerd, aldus de beoogd opvolger van ABN-topman Gerrit Zalm.
Meerdere grote hypotheekaanbieders, waaronder ABN AMRO en ING, hebben recent aangekondigd de hypotheekrente te verhogen. Dat komt omdat de lange rente sinds de overwinning van Trump weer wat aan het stijgen is.
Beleggers rekenen erop dat de Amerikaanse overheid onder Trump fors gaat investeren en dat er belastingverlagingen aankomen, verklaart econoom Bert Colijn van ING. Dat zorgt naar verwachting voor een hogere inflatie in de VS, wat weer stuwend werkt voor die langere rente die zo belangrijk is voor de hypotheekrente.
De Europese Centrale Bank (ECB) is voorlopig echter nog niet van plan om zijn belangrijkste rentetarief te verhogen. Volgens Colijn zorgt dat er voor dat de korte rente nog wel een tijdje laag zal blijven. De ING-econoom denkt dat dit op zijn minst het geval zal zijn tot halverwege volgend jaar.
De ECB heeft afgelopen jaren flink gesleuteld aan zijn rentetarieven om de economische groei in Europa aan te jagen. De spaarrentes bevinden zich daardoor al een hele tijd op een erg laag niveau. Spaarders kunnen momenteel nog maximaal 0,7 procent rente krijgen op hun spaarrekening, blijkt uit een analyse van prijsvergelijker spaarrente.nl. Triodos Bank, die al het hele jaar de laagste vergoeding op spaargeld biedt, zit met een spaarrente van 0,1 procent heel dicht tegen de nul aan.