OM: latere nuancering Wilders niet meewegen
De latere nuanceringen van Wilders’ gewraakte ‘minder-Marokkanen’-uitspraak moeten niet worden meegewogen bij de beoordeling van de strafbaarheid. Dat zei het Openbaar Ministerie woensdagmiddag in het requisitoir in het proces tegen PVV-leider Geert Wilders.
Diens speech en het stellen van de vraag of het publiek in een Haags café in maart 2014 meer of minder Marokkanen wilde, is volgens officier van justitie Wouter Bos „een voltooide gedraging” en dus ook een voltooid delict. „Drie vragen uit de speech zijn als een volwaardig product neergezet”, meent de aanklager. Naar die speech is een week toegewerkt en die is dus zorgvuldig voorbereid, stelde hij op basis van getuigenissen.
Dat Wilders zijn uitspraken later relativeerde door te stellen dat hij criminele Marokkanen bedoelde, doet volgens Bos niet ter zake. Die nuance is door velen ook niet meer gehoord, zei hij. „De pijn bij veel Marokkanen zit bij het over één kam scheren van de groep.” Vooral de mededeling ‘Dan gaan we dat regelen’ is volgens Bos als bedreigend ervaren.
Wilders’ latere uitleg van de ‘minder-Marokkanen’-uitspraak is door veel aangevers en getuigen ervaren als „goedpraten”, zei Bos. Hij wees tevens op andere uitspraken in dezelfde periode rond de gemeenteraadsverkiezingen, waarin Wilders zijn uitspraken zowel ontkrachtte als versterkte.
Door zijn uitspraken is volgens de aanklager een eenzijdige blik op de bevolking van Marokkaanse afkomst gericht, ofschoon ook andere groepen met een andere afkomst oververtegenwoordigd zijn in de uitkeringsafhankelijkheid en in de criminaliteit.
De zaak gaat donderdagochtend verder. Het OM zal die dag ook met zijn strafeis komen. Daarna is het woord aan de verdediging die naar verwachting donderdag nog zal beginnen met haar slotpleidooi.