Brussel wil meer investeringen eurolanden
Om het herstel van de economische groei en werkgelegenheid te bespoedigen, vraagt de Europese Commissie de eurolanden tezamen 0,5 procent meer van hun bbp uit te geven aan investeringen. Eurolanden die niet aan de bestaande regels voor een maximaal begrotingstekort van 3 procent voldoen, mogen de investeringsimpuls niet misbruiken om hun tekorten verder op te laten lopen.
Dat bleek woensdag bij de presentatie in Brussel van het jaarlijkse oordeel van de Europese Commissie over de ontwerpbegrotingen van 2017 die de eurolanden half oktober moesten inleveren. Nederland is een van de vijf eurolanden die hun huishoudboekje op orde hebben.
Alle EU-landen moeten een tandje bijzetten om het herstel van de economie te bespoedigen, aldus de commissie. „We leven in tijden van trage economische groei en geopolitieke risico’s, mede door de uitkomst van het Oekraïne-referendum”, stelt EU-commissaris Valdis Dombrovskis (Euro). Brussel roept Nederland en Duitsland op meer gebruik te maken van het Europese investeringsfonds, beter bekend als het Juncker-plan voor grote projecten.
Uit het ‘herfstpakket’ van de commissie blijkt dat ook Duitsland, Estland, Luxemburg en Slowakije bij de braafste jongetjes van de klas horen met hun ontwerpbegrotingen. Frankrijk krijgt een voorzichtig zesje: het land houdt zich grotendeels aan de regels, vindt Brussel.
Zes landen dreigen niet te zullen voldoen aan de EU-regels voor budgettaire discipline als ze hun huiswerk niet beter doen: België, Italië, Cyprus, Litouwen, Slovenië en Finland.
Over Spanje en Portugal is de commissie niet helemaal tevreden, maar Spanje heeft net een nieuwe regering en zal binnenkort nog een nieuwe ontwerpbegroting naar Brussel sturen. De straf die deze twee landen boven het hoofd hing voor het niet doen van hun huiswerk, namelijk de bevriezing van EU-fondsen, wordt na overleg met het Europees Parlement definitief niet gegeven. Eerder werd al besloten hen niet te beboeten.
Volgens de afspraken moeten de landen in de eurozone onder de 3 procent van het bbp blijven met hun begrotingstekort en mag de overheidsschuld niet meer dan 60 procent bedragen.