Zoeken, kijken en tellen met prentenboeken van Jagtenberg, Teckentrup en Walker
Een ontdekavontuur voor kleine en iets grotere kinderen; drie recent verschenen prentenboeken nodigen uit tot zoeken, tellen en nog meer.
Zowel in ”Links of rechts?” van Yvonne Jagtenberg, ”Kijk! Twee zijn gelijk” van Britta Teckentrup als in ”Honden in de auto” van Emmanuelle Walker (met tekst van Felix Massie) draait het om kijken. De drie prentenboeken lokken de lezer uit tot zoeken, kijken, tellen en soms nog meer dan dat.
”Links of rechts?” vertelt het absurdistische verhaal van de ik-weet-niet-waarwezens. Ze kunnen niet kiezen. Ze wonen op een berg van zand „ergens ver van hier in een ik-weet-niet-waar-ver-land.” Ze zijn klein en vertederend, getekend in kenmerkende Jagtenberg-stijl. De wezentjes willen spelen, maar ze weten niet wat. Eén krijgt genoeg van het geluier en verzint iets „van een paar wielen en een deur”, en daar gaan ze. „Zo reden de wezens de berg af met z’n vier. Ze wisten niet goed waarnaartoe, maar hadden wel plezier.”
Dit boek lees je met een peuter op schoot. Die krijgt een verhaal op rijm, speelt met woorden, leert kleuren, puzzelt met links en rechts en telt dingen. Het kartonboek is tegen kleine vingertjes bestand. Want bomen die op handen lijken in het ver-wegland en een wolk in de vorm van een kat nodigen erg uit om aan te raken. Het loopt goed af met de wezentjes boven op de berg. Leuk filosofisch puzzel-tel-zoekwoordenboek.
In ”Kijk! Twee zijn gelijk” van Britta Teckentrup worden kleuters uitgedaagd om te kijken en vergelijken. Doel is om steeds twee precies dezelfde figuren te vinden. De tekeningen zijn voorzien van goed vertaalde rijmpjes, die kleintjes laten puzzelen: „…nu willen ze visjes, heel of in mootjes. Twee hebben hun maaltje al vers in hun pootjes.” Dat is soms flink zoeken op een bladzijde met bijna veertig beertjes of meer dan vijftig eekhoorns die er bijna hetzelfde uitzien en waarvan er maar twee gelijk zijn. Naarmate je doorbladert, wordt het ingewikkelder. De dieren hebben strepen en stippels of bestaan uit allerlei kleuren. „Kevertjes, torretjes, klein als een pil… scharrelen rond tussen plantjes en grassen. Zie jij welke kevertjes bij elkaar passen?” De kleurige tekeningen hebben een eigen charme en doen een beetje denken aan het werk van Eric Carle, bekend geworden met Rupsje Nooitgenoeg.
Het kijk-, zoek-, en telboek ”Honden in de auto” is complexer en dus meer geschikt voor iets oudere kinderen. Illustrator Emmanuelle Walker –van wie eerder ”Vrolijke vogels” verscheen– maakte het met gevoel voor humor en oog voor komische details. De auto’s worden niet zozeer groter, maar het aantal honden erin neemt toe. Ze zitten naast, tegen en achter elkaar, en daarmee wordt de kunst van het tellen een steeds grotere uitdaging.
Het gaat in dit originele en mooi vormgegeven boek niet alleen om het aantal dieren en om de soorten. Je kunt steeds opnieuw beginnen, want waar zitten de vieze dieren, of welke hebben de tong uit hun bek hangen? Verder zijn er duiven, koeien, muggen en honderd blije katten op de laatste bladzijde bij een omgevallen melkauto.
Er valt, kortom, veel te vinden op de ogenschijnlijk rustige bladzijden met veel ruimte voor wit. Maar de tekeningen bieden meer dan voldoende zoekplezier voor kinderen en, zeker weten, ook voor de ouders. Die zullen kleuters trouwens wel een handje moeten helpen.
Boekgegevens
Links of rechts?, Yvonne Jagtenberg; uitg. Rubinstein, Amsterdam, 2016; ISBN 978 90 4762 098 3; 40 blz.; € 14,95; Kijk! Twee zijn gelijk, Britta Teckentrup, vertaald door Sjoerd Kuyper; uitg. Fontaine Uitgevers, Hilversum, 2016; ISBN 978 90 5956 668 2; 36 blz.; € 11,95; Honden in de auto, Emmanuelle Walker (ill.) en Felix Massie, vertaald door Edward van de Vendel; uitg. Karmijn, Elburg, 2016; ISBN 978 94 9216 812 2; 60 blz.; € 14,95.