Vrijheid van godsdienst bedreigd door religieus extremisme
De vrijheid van godsdienst wordt wereldwijd steeds meer bedreigd door religieus extremisme. Dat blijkt uit een internationaal onderzoek van Kerk in Nood in 196 landen.
Het dinsdag verschenen onderzoek is de dertiende editie van het rapport ”Vrijheid van godsdienst in de wereld” van de rooms-katholieke organisatie Kerk in Nood, dat om de twee jaar wordt gepubliceerd. Het beschrijft de stand van zaken tot juni 2016.
In zeven landen van de ergste categorie waren de problemen al zo ernstig dat het nog moeilijk slechter kon, aldus het rapport. Het gaat om de landen Afghanistan, Irak, (Noord-)Nigeria, Noord-Korea, Saudi-Arabië, Somalië en Syrië. Dat betekent dat er een steeds grotere kloof is tussen een toenemende groep van landen met extreme schendingen van de godsdienstvrijheid en landen waar de problemen minder schrijnend zijn, zoals Algerije, Azerbeidzjan en Vietnam.
Het rapport toont aan dat de godsdienstvrijheid in 55 procent van de 38 landen met beduidende schendingen van de godsdienstvrijheid stabiel is gebleven en in 8 procent van de gevallen –namelijk in Bhutan, Egypte en Qatar– is verbeterd.
Kerk in Nood ontkracht de gangbare opvatting dat de schuld voor vervolging meestal bij regeringen ligt. In 12 van de 23 landen waar de grootste schendingen voorkomen, zijn niet-overheidsfactoren (zoals fundamentalistische of militante organisaties) verantwoordelijk voor de vervolging.
Hyperextremisme
Tijdens de onderzochte periode stelde het rapport een nieuw verschijnsel van religieus gemotiveerd geweld vast: een islamitisch hyperextremisme, „een toegenomen radicalisering met een nooit eerder geziene brutaliteit.” Kenmerken zijn onder meer een radicaal rechts- en bestuurssysteem, systematische uitroeiing van dissidenten, wrede behandeling van de slachtoffers en het frequent gebruikmaken van moderne sociale media om volgelingen te werven en tegenstanders te intimideren door extreem geweld te tonen. Fundamentalistische groeperingen als Islamitische Staat hebben het gemunt op christenen, jezidi’s en Mandeeërs en andere minderheden, waarmee het VN-verdrag inzake genocide wordt geschonden.
Sinds halverwege 2014 werden gewelddadige islamitische aanslagen gepleegd in een op de vijf landen wereldwijd. Een ‘lichtpuntje’ is dat islamitische groepen die tot de mainstream behoren, het verschijnsel van hyperextremisme tegengaan door publieke uitspraken en andere initiatieven waarbij ze het geweld en de daders en aanstokers ervan veroordelen.
Het hyperextremisme in het algemeen bedreigt niet alleen het Midden-Oosten, maar ook delen van Afrika en het Aziatische continent. Het is de uiteindelijke bedoeling om pluralisme te vervangen door een religieuze monocultuur. In landen als India, Pakistan en Myanmar (Birma), waar één bepaalde godsdienst wordt geïdentificeerd met de natiestaat, worden stappen ondernomen om de rechten van die godsdienst te verdedigen ten koste van de rechten van individuele gelovigen. Dit heeft geleid tot strengere beperkingen van de godsdienstvrijheid van religieuze minderheidsgroepen, met onder andere grotere belemmeringen voor bekering en zwaardere straffen voor godslastering.
Kruisen
Er wordt opnieuw met harde hand opgetreden tegen religieuze groeperingen die weigeren om de partijlijn te volgen in landen met autoritaire regimes als China en Turkmenistan. Zo werden in de Chinese provincie Zhejiang en naburige provincies de kruisen van meer dan 2000 kerken vernield.
Ook in het Westen bestaat volgens het rapport het gevaar dat het hyperextremisme het sociaal-religieuze weefsel ontwricht. Overduidelijke neveneffecten daarvan zijn de opkomst van rechtse en populistische groepen, beperkingen van bewegingsvrijheid, discriminatie en geweld tegen minderheidsgodsdiensten.
Islamitisch extremisme en hyperextremisme is ook een essentiële drijvende kracht geweest achter de plotselinge explosie van het aantal vluchtelingen. Volgens cijfers van de Verenigde Naties over 2015 is hun aantal met 5,8 miljoen gestegen tot een nieuw recordaantal van 65,3 miljoen. De meest recente cijfers komen erop neer dat er in 2015 elke minuut van de dag gemiddeld 24 mensen uit hun huizen werden verdreven, aldus het rapport. Hoewel economische factoren een grote rol speelden, waren de landen die in grote mate verantwoordelijk waren voor de toename van het aantal vluchtelingen centra van religieus extremisme, zoals Syrië, Afghanistan en Somalië.
De trend is zo duidelijk dat voorheen multireligieuze gemeenschappen, met name in delen van het Midden-Oosten, nu steeds vaker monoreligieus worden.
Definitie
De toenemende berichtgeving in de media over het geweld dat in naam van religie wordt gepleegd, heeft een nieuw debat op gang gebracht over de plaats van de godsdienst in de samenleving. In het licht van de intensiteit van de misdaden tegen religieuze groeperingen is het volgens hoofdredacteur John Pontifex van de Nederlandse samenvatting van het rapport Kerk in Noord wellicht belangrijker dan ooit om een duidelijke en werkbare definitie vast te leggen van godsdienstvrijheid en van de uitwerkingen daarvan voor regeringen en de rechterlijke macht. Het rapport baseert zich op artikel 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, die in 1948 door de Verenigde Naties werd aangenomen.
Vijf maanden gevangen door IS in Raqqa
„Het belang van vrijheid van godsdienst is voor mij het verschil tussen leven en dood”, zegt de Syrisch-katholieke priester Jacques Mourad. In het rapport van Kerk in Nood vertelt hij hoe hij vijf maanden door Islamitische Staat (in het rapport ISIS genoemd) in het Syrische Raqqa werd vastgehouden. Al die tijd hing zijn leven aan een zijden draadje. Hij slaagde er echter in te ontsnappen. „Elke dag vreesde ik dat het mijn laatste was. Op de achtste dag kwam de wali (gouverneur) van Raqqa naar mijn cel en zei dat ik mijn gevangenschap als een soort spirituele retraite moest beschouwen. Die woorden maakten een grote indruk op mij. Ik was stomverbaasd dat God zelfs het hart van een hoge ambtenaar van ISIS kon gebruiken om mij een spirituele boodschap te brengen. Die ontmoeting zorgde voor een verandering in mijn innerlijk leven en hielp me om die beproeving te doorstaan.”