Proef met inburgeren oudkomers
De gemeente Rotterdam wordt proefgebied voor het nieuwe inburgeringssysteem voor oudkomers, mensen die voor 1998 in Nederland zijn komen wonen. Dat maakte minister Verdonk van Integratie gisteren bekend.
Verdonk gaf aan dat het nieuwe systeem, waarbij „de overheid faciliteert en de gemeente heel hard nodig is, nog handen en voeten moet krijgen.” Duidelijk is wel dat de verantwoordelijkheid om in te burgeren bij mensen zelf komt te liggen.
De minister zei uit te zien naar de samenwerking met Rotterdam. „We hebben gemerkt dat Rotterdam op dit gebied heel voortvarend is.”
Het gemeentebestuur wil dat Rotterdammers meer begaan raken met hun stad en stadgenoten. De sociale cohesie ontbreekt nu, vooral in probleemwijken waar mensen weinig contact met elkaar hebben. Voor die buurten komt de gemeente binnenkort met aanvullende plannen.
Rotterdam telt ongeveer 60.000 oudkomers die nog een inburgeringscursus moeten volgen. Verantwoordelijk wethouder Van der Tak van Integratiebeleid: „De wet wordt 1 januari 2006 van kracht. Wij gaan ons richten op groepen die een extra steuntje nodig hebben zoals bijvoorbeeld vrouwen en werklozen.” Van der Tak denkt dat de toe- en instroom van kansarmen naar de stad zal afnemen. „De deur gaat in het hele land minder ver open, door wat ik een volwassen migratiebeleid noem. Als je het landelijk doet, hoef je in de stad minder te regelen.”
Minister De Graaf (Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijkszaken) vindt dat het kabinet met de Uitzonderingswet terecht tegemoet is gekomen aan de Rotterdamse problemen met migranten. „De stad staat voor een buitenmaatse opgave en had onvoldoende middelen om met oplossingen te komen”, zei hij gisteren in een reactie in het stadhuis.
Volgens De Graaf was het nodig om met onorthodoxe maatregelen te komen. De oude stadswijken zijn ook in de ogen van het kabinet te zwaar belast. „Het absorptievermogen van de wijken is overschreden”, aldus de minister. „Rotterdam scoort het hoogst in de categorieën lage inkomens, bijstand en niet-westerse allochtonen. De instroom van kansarmen is te groot, net als de uitstroom van middeninkomens.”
Met de wet, die overigens pas op zijn vroegst begin 2005 ingaat, kan Rotterdam zelf aan de slag. Aan inwoners van probleemwijken kunnen inkomenseisen worden gesteld. Bedrijven die willen investeren in Rotterdamse probleemwijken krijgen fiscale voordelen. Volgens De Graaf moet de stad daarbij wel rekening houden met Europese mededingingsregels. Er mag geen oneigenlijke concurrentie zijn met bedrijfjes in naburige buurten.
Volgens De Graaf is de Uitzonderingswet puur bedoeld om de kwetsbare wijken weer te revitaliseren. „Het kabinet noch het stadsbestuur heeft behoefte aan een hek rond Rotterdam.” De Rotterdamse wensen op het gebied van inburgering en gezinshereniging waren al in wetsvoorstellen verwerkt die voor heel Nederland gaan gelden. Voortaan krijgt alleen een behoorlijk geïntegreerde nieuwkomer een verblijfsvergunning.
Het Rotterdamse stadsbestuur krijgt niet op alle punten zijn zin. Zo weigert het kabinet illegaliteit strafbaar te stellen. De stad moet ook asielzoekers met een verblijfsstatus blijven opvangen.