Winnende verhaal categorie 15-20 jaar: ”Doodlopend pad”
Kleine voetjes trappelen tegen de buikwand alsof ze oefenen voor het pad dat ze moeten lopen. Handen grijpen in het niets. Vingertjes voelen rond in de warme donkere kamer. Er verdwijnt een duimpje in haar mond en verwonderd begint ze te sabbelen. Ook buiten de kamer komt de wereld tot leven. De zon wordt wakker en auto’s toeteren. De geluiden worden gedempt door de dikke muren en bereiken als een geruststellend geruis haar oren. Het kamertje beweegt sneller en het gebonk versterkt. Ze sluit haar ogen weer en slaapt.
De koelkastdeur opent moeilijk, er moet nodig een nieuwe komen. Ze probeert een keuze te maken uit de weinige voedselwaren, maar de misselijkheid overwint. Met een plof laat ze zich op de bank zakken en zet de televisie aan. EO, daar zit ze niet op te wachten. Het kookprogramma is dan zelfs beter. De kranten hebben niets boeiends te melden en buiten regent het. Ze dommelt een beetje in, ongemerkt met een hand op haar groeiende buik. De telefoon gaat over en met een ruk schiet ze overeind, haar hart slaat een slag over. Ze probeert haar ademhaling onder controle te krijgen en neemt op.
De telefoon gaat over en in de warmte van het kamertje lijkt alles toch even te bevriezen. Het gebonk neemt een onnatuurlijk hoog ritme aan en de stress hangt als een dichte nevel om haar heen. Het mondje gaat open en dicht, open en dicht. Alsof ze haar moeder gerust wil stellen en omarmen schieten de handjes omhoog. De vingertjes grijpen om de navelstreng. Even is het stil, maar dan komen de woorden, hoog en ijl hoorbaar. Zelfs in het donkere kamertje. Woorden waarvan ze de betekenis nog niet begrijpt maar de ernst wel voelt. Het mondje gaat weer open.
Struikelend komt ze de badkamer binnen. Haar maaginhoud komt in zure vlagen omhoog. Nog nahijgend staat ze op en spuugt in de wasbak tot haar mond redelijk schoon is. Het meisje dat haar aankijkt vanuit de gebroken spiegel ziet er miserabel uit. Ingevallen wangen en grote, donkere kringen onder haar ogen. Niet echt het beeld wat je van een goede moeder hebt. Huilend laat ze zich
op de koude vloer glijden. Met haar hoofd op haar knieën probeert ze met haar armen om haar lijf het rillen te stoppen. Een koude druppel uit de douche brengt haar weer enigszins bij positieven.
Een nieuwe golf misselijkheid komt genadeloos omhoog. Dit keer is ze te laat bij de WC.
Alles bonkt en kamertje wordt in elkaar geduwd. Ze probeert een andere houding aan te nemen maar in een reflex strekt ze haar beentjes en trapt hard van zich af. De spieren rondom haar kamertje trekken samen en ze hoort haar moeder overgeven. In paniek gaan de armpjes omhoog over de oortjes. Angstig afwachtend rolt ze zich op. Het kleine gezichtje ontspant weer. Alles is weer rustig. Ze draait een halve slag en begint weer te duimen. Maar dan opnieuw, de angst en pijn van haar moeder boren zicht in het piepkleine, snel kloppende hartje. Het borstkastje schokt op en neer. Ze heeft de hik. Nog een laatste keer schud het kamertje wild heen en weer. De oogjes gaan open. Het rozige licht stelt haar gerust. Ze sluit haar ogen en slaapt.
De telefoon rinkelt maar wordt niet opgepakt. Ze trekt de dekens strak over haar hoofd en probeert door te slapen. Na een paar minuten geeft de beller het op. Het wordt angstaanjagend stil in huis. De klok tikt en slaat af en toe een slag over. De deurbel gaat. Het hoge gezoem trilt door de lucht en verbreekt de dikke mist die nog om haar gedachten lijkt te hangen. Met een zucht gaat ze zitten en laat haar voeten op de koude tegels zakken. Ze grijpt met haar handen rond onder het bed en vist een paar versleten badslippers tevoorschijn. Als ze opstaat is ze even duizelig maar de misselijkheid blijft uit. Tot haar genoegen merkt ze dat een lichte trek in haar maag begint te rommelen.
Er staat een man voor de deur. Het breedgeschouderde postuur schemert door het vertroebelde glas. Met een hand haar badjas dichthoudend opent ze de deur. De kus op haar wang voelt kil, de liefde ontbreekt. Ze voelt haar dochter schoppen alsof ze haar wil waarschuwen. Haar eraan wil herinneren dat ze ook een mens is. De schuldgevoelens heeft ze al aan het begin van de zwangerschap diep weg gestopt. Ze wist immers dat dit ging komen? Toch voelt ze diep van binnen de steken. Het snakken naar de liefde die zij nooit heeft gekend en dit kind nu niet gunt. Samen lopen ze terug naar de slaapkamer. Hij draait zich om zonder haar aan te kijken. De deur valt met een zachte klik dicht. Gedachteloos plukt ze kleren van een stoel en kleedt zich aan. Een traan rolt over haar wang. Ze merkt het niet.
„Ik ben klaar.” De stem die uit haar lijf komt lijkt van een ander.
Het getoeter en de andere geluiden van het verkeer dringen door tot in het kamertje. Met de navelstreng tussen haar handjes wacht ze af. Haar moeder stapt uit. De kamer deint rustig op en neer en ze doezelt in. Niet wetend wat gaat komen sabbelt ze op haar duimpje. Kleine voetjes trappelen tegen de buikwand alsof ze oefenen voor het pad dat ze nooit zullen lopen.
Oordeel van de jury: „Een mooi verhaal dat opvalt door wisselend perspectieven en mooie stijl. Daardoor raakt het de lezer.”