Deputaten GKV doen voorstel voor aanpassen ‘artikel 31’
De vorig jaar van kracht geworden kerkorde van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV), wordt mogelijk op één punt aangepast om meer de geest te ademen van het in de GKV beroemde artikel 31 van de oude kerkorde.
Dat al in de Dordtse Kerkorde uit 1619 voorkomende artikel speelde bij het ontstaan van de GKV in 1944 een hoofdrol, omdat het kerkenraden de mogelijkheid gaf om besluiten van meerdere vergaderingen die in strijd met de Schrift of de kerkorde werden geoordeeld, niet uit te voeren.
De aanbeveling tot uitbreiding van artikel F72 van de nieuwe kerkorde, de opvolger van het bekende artikel 31, komt van de deputaten kerkorde van de GKV. Zij stellen in hun op 7 november gepubliceerde rapport aan de generale synode van 2017 in Meppel, een verduidelijking voor. De aanbeveling volgt op enig rumoer in 2015 over dit onderdeel van de nieuwe kerkorde.
Volgens de deputaten „behoeft er geen enkele twijfel over te bestaan” dat de nieuwe kerkorde dezelfde Bijbelse principes onderschrijft als de oude. Om dat beter tastbaar te maken, adviseren ze de synode om het artikel F72 uit te breiden met de zinsnede: „Als een kerkenraad van oordeel is dat een besluit van de generale synode in strijd is met het Woord van God of de kerkorde en hij om die reden dat besluit niet kan uitvoeren, is hij gehouden tot het instellen van revisie.” Dat moet gemeld worden bij de classis, die vervolgens het oog op de gemeente in de tussentijd adviezen of aanwijzingen geven.”
De deputaten voelden zich vorig jaar maart al genoodzaakt om uitleg te geven aan de plaatselijke kerken. Dat gebeurde nadat onder andere de redacteur van de kritische website eeninwaarheid.info, D. J. Bolt, aan alle GKV-gemeenten een brief stuurde met de oproep om de nieuwe kerkorde niet te ratificeren. Bolt stelde dat in de nieuwe kerkorde de zinsnede was geschrapt dat kerkenraden besluiten van meerdere vergaderingen moeten overnemen, „tenzij bewezen wordt dat zij in strijd is met het Woord van God of met de kerkorde.” Besluiten van meerdere vergaderingen zoals de synode moesten daarmee volgens hem zonder meer door de kerkenraden worden uitgevoerd, ook als een plaatselijke gemeente meent dat besluiten in strijd zijn met de Schrift of de kerkorde.
Deputaat mr. dr. P. T. Pel verklaart dat de uitbreiding van het artikel is bedoeld om aan te geven hoe een kerkenraad zich moet gedragen als de synode iets besluit dat volgens een kerkenraad in strijd is met de Schrift of de kerkorde. „Dan mag je niet volstaan met het besluit niet uit te voeren, maar moet je in revisie gaan bij de volgende synode. De classis kan de kerkenraad adviezen en aanwijzingen geven voor de tussentijd. Dit stond niet in de oude kerkorde, maar is er wel een uitwerking van. De praktijk heeft behoefte aan duidelijkheid op dit punt.”
De deputaten kerkorde presenteren in hun rapport ook vier nieuwe generale regelingen. Dit zijn uitvoeringsbepalingen bij de kerkorde. Een van de regelingen die opvallende aanpassingen ondergaat, is die voor kerkdiensten. Waar die vroeger in de GKV een tamelijk uniform karakter hadden, zijn er tussen gemeenten tegenwoordig grote verschillen in de liturgie. De deputaten hebben daarom geïnventariseerd „welke basale kenmerken ook in onze tijd waarde houden.”
Zo kent de regeling wel een aanbevolen liturgie voor de ochtenddienst, maar kan de tweede dienst „een eigen karakter dragen, met een daarop aangepaste orde en invulling.” Voor wat betreft kerkliederen –die vroeger pas na goedkeuring door de synode konden worden gezongen– concluderen de deputaten dat de keuze voor het zingen van liederen uit het Nieuwe Liedboek of uit andere bundels, ligt bij de plaatselijke kerkenraad. Wel bevelen ze de synode aan om vast te stellen dat de inhoud van de kerkliederen moet overeenstemmen met de Heilige Schrift en het belijden van de kerk.