Gerhard Hormann over Roosevelts New Deal en Trump
Net als de meeste mensen had ik er niet op gerekend dat Donald Trump daadwerkelijk zou worden verkozen tot president van de Verenigde Staten.
Toch nuanceerde ik een dag eerder op Twitter al de catastrofale gevolgen van een eventuele zege van het Republikeinse kamp. Net zoals president Obama zijn belofte van hoop en verandering niet waar wist te maken, zo zou Trump in de praktijk best weleens mee kunnen vallen.
Natuurlijk is het nog veel te vroeg om daar nu al iets zinnigs over te zeggen, want hij treedt pas begin volgend jaar aan. Zijn overwinningsspeech was echter verrassend gematigd van toon en leek ook een handreiking naar zijn tegenstanders. Was de campagne sterk populistisch en polariserend, nu wees hij op het belang om de handen ineen te slaan en beleid uit te stippelen waar iedereen in gelijke mate van profiteert.
Het zou me niets verbazen als in de media de komende tijd regelmatig wordt verwezen naar de zogeheten New Deal, want daar moest ik meteen aan denken na de woorden van Trump. Met het gelijknamige overheidsprogramma probeerde president Roosevelt in de jaren dertig van de vorige eeuw de VS uit het moeras te trekken van de Grote Depressie.
Of dat beleid gewerkt heeft is nog steeds inzet van discussies onder historici, want het echte economische herstel trad pas na (en door) de Tweede Wereldoorlog op. Feit is dat Trump banen wil creëren door grootschalig te investeren in publieke werken, precies zoals zijn Democratische voorganger deed. Je kunt ook zeggen dat hij problemen weg wil werken door mensen aan bruggen en wegen te laten werken.
De erbarmelijke staat van veel oeververbindingen in de VS is spreekwoordelijk en datzelfde geldt voor een groot deel van de wegen, die uit geldgebrek vaak niet geasfalteerd zijn of halfverhard. Het zou voor Trump pleiten als hij de vaak ongerichte, onredelijke woede en de rancune van een groot deel van zijn electoraat weet te kanaliseren tot een soort bouwwoede.
Hoe president Trump zijn ambitieuze infrastructurele plannen denkt te kunnen combineren met een eveneens door hem aangekondigde versimpeling van het belastingstelsel en een verlaging van de tarieven voor alle inkomensgroepen is nog onduidelijk, maar het is alvast positief dat hij nu meer nadruk legt op het bouwen van bruggen dan het optrekken van een hoge muur tussen Mexico en de VS.
Tegelijk is het ironisch dat een miljardair een bijdrage zou moeten leveren aan het bestrijden van armoede en ongelijkheid. Het is eerder regel dan uitzondering dat Amerikaanse presidenten al bij hun aantreden miljonair zijn, maar nooit eerder zat er iemand in het Witte Huis met een geschat vermogen van 3,7 miljard. Je kunt dat pervers noemen, maar misschien moet je wel zo onmetelijk rijk zijn om je te kunnen ontpoppen als weldoener. Dat hij op papier in een jaar tijd ruim 800 miljoen dollar armer is geworden, lijkt hem niet echt te deren.
In de media overheersen vooralsnog paniek, woede en verslagenheid, maar het valt niet uit te sluiten dat diezelfde Donald Trump met zijn beschamende blufpraatjes en zijn onwaarschijnlijke zegetocht de economie een aardige slinger weet te geven. In het gunstigste geval geeft hij ook het Amerikaanse volk weer het gevoel dat hard werken wordt beloond en dat niets onmogelijk is zolang je er echt in gelooft en er alles voor geeft.
De auteur is schrijver en publicist. Reageren? hormann@refdag.nl