Kerk & religie

Bewaring

2 Koningen 6:16

Maarten Luther
11 November 2016 08:40Gewijzigd op 16 November 2020 08:26

„Vrees niet, want die bij ons zijn, zijn meer dan die bij hen zijn.”

Als God naar je omziet, zien ook alle heiligen en alle schepselen naar je om. Wanneer je in het geloof blijft, zo houden zij allen de handen onder je. Als je ziel het lichaam verlaat, dan zijn zij er om die te ontvangen, zodat je niet ten gronde kunt gaan.

Daarvan geeft Elisa getuigenis, die tot zijn knecht spreekt: „Vrees niet, want zij die bij ons zijn, zijn talrijker dan die bij hen zijn” (2 Koningen 6:16). Dat zei hij, terwijl de vijanden hen omsingeld hadden en zij niemand anders zagen. Maar God opende de ogen van de knecht en daar was rondom hen een grote macht van vurige paarden en wagens. Zo is het zeker ook gesteld met eenieder die op God vertrouwt.

Daarop wijzen ook uitspraken als Psalm 34:8: „De engel van God zal zich legeren rondom hen die God vrezen en hij zal hen verlossen.” Psalm 125:1: „Zij die op God vertrouwen, zullen onbeweeglijk zijn als de berg Sion. Hij zal eeuwig blijven. Hoge bergen (dat zijn engelen) omgeven hem en God Zelf omgeeft Zijn volk van nu aan tot in eeuwigheid.” Psalm 91: 11-16: „Hij heeft U bij Zijn engelen aanbevolen. Op hun handen zullen zij u dragen en bewaren, waarheen gij ook gaat, opdat gij uw voet niet aan een steen zult stoten.”

Maarten Luther,
hoogleraar in Wittenberg

(”Preek over de voorbereiding op het sterven”, 1519)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer