Opinie

Column: iedereen speelt een rol bij verduurzaming van veehouderij

Er is veel onrust in de veehouderijsector. Verschillende boeren zetten een filmpje op internet waarbij ze hun laarzen aanbieden aan staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken, omdat ze zich zorgen maken over de toekomst van hun bedrijf. De prijs voor hun product ligt laag en er is onzekerheid over het fosfaatbeleid, nu de Nederlandse plannen voor het invoeren van fosfaatrechten zijn afgekeurd door de Europese Commissie vanwege vermeende staatssteun. Na de afschaffing van het melkquotum in 2015 hebben veel melkveehouders koeien aangekocht, waardoor er veel meer mest wordt geproduceerd dan toegestaan.

Dr. Martine Vonk
10 November 2016 15:19Gewijzigd op 16 November 2020 08:25
beeld RD, Henk Visscher
beeld RD, Henk Visscher

Wat is er nodig om de sector duurzaam te maken? Dat is precies de vraag die de staatssecretaris meegaf aan de SER-commissie duurzame veehouderij, die in oktober haar rapport presenteerde. Ik denk dat drie dingen in het bijzonder belangrijk zijn. Ten eerste moet helder zijn wat er nu precies wordt verstaan onder duurzaamheid. Daar wordt in het SER-rapport niet op ingegaan. Ten tweede is langetermijnbeleid nodig. En ten derde is dit geen probleem van boeren alleen. Voor verduurzaming van de vee­houderij dient iedere speler in de keten zijn verantwoordelijkheid te nemen. Ik werk deze drie punten verder uit.

In discussies over de veehouderij wordt regelmatig gesteld dat Nederland de meest duurzame veehouderij heeft van de wereld. Of dat zo is, hangt sterk af van de definitie van duurzaamheid die je gebruikt. Veelal wordt hier efficiëntie bedoeld, en daar zijn we ontzettend sterk in. De melkproductie per koe en de vleesproductie per kip of varken liggen hoog in Nederland. Insteken op efficiëntie leidt echter juist tot meer intensivering en overschrijding van de ethische grenzen van dierwelzijn. Ik zie duurzaamheid als een veel breder begrip, dat ook dierwelzijn, gezondheid, voedsel­veiligheid en natuurbeheer omvat. Binnen de sector zijn goede voorbeelden te vinden van bedrijven die dit integreren in hun bedrijfsvoering, maar als totale sector is er werk aan de winkel. Vorige week rapporteerde het CBS over hoe Nederland presteert op de internationale duurzaamheidsdoelen. Vooral op de uitstoot van stikstof door de intensieve landbouw en op biodiversiteit op het boerenland scoort Nederland laag.

Duurzame veehouderij zie ik als een veerkrachtige sector die zowel ecologisch, sociaal als economisch houdbaar is op de lange termijn. Om dit te kunnen realiseren, is beleid op de lange termijn nodig, mijn tweede punt. Boeren hebben te maken met veel wisselend beleid, waar ze terecht tegen ageren. Duidelijkheid op de lange termijn is nodig om te kunnen investeren in een duurzame bedrijfsvoering. Het ging duidelijk mis na het afschaffen van het melk­quotum in 2015. Er is niet goed nagedacht over de manier waarop de sector binnen de grenzen van de mestproductie kon blijven. Dit is niet alleen de staatssecretaris aan te rekenen, hier moet ook de sector de hand in eigen boezem steken. Ieder kon op zijn vingers natellen dat de forse uitbreiding van het aantal koeien Nederland met een mestprobleem zou opzadelen. Juist boeren die inzetten op duurzame en grondgebonden landbouw zijn hiervan de dupe geworden. Dit voorbeeld laat zien dat alleen goed doordacht beleid met maatregelen op de lange termijn zal leiden tot een duurzame veehouderij.

Verduurzaming is de verantwoordelijkheid van iedere speler in de keten, dus ook van de retail en verwerkende industrie. Dat is mijn derde punt, en ook een punt dat de SER sterk naar voren brengt. Individuele boeren krijgen lage prijzen voor hun product en kunnen daardoor niet allemaal investeren in duurzaamheid. De sector als geheel maakt veel winst, maar deze is ongelijk over de keten verdeeld. Dit moet veranderen, wil er in de hele keten ingezet kunnen worden op duurzaamheid. Er zijn goede voorbeelden van duurzame producten waarbij het wel is gelukt om de meerwaarde om te zetten in winst, zoals het livarvarken of weidemelk. Hierbij werken alle partijen mee aan de duurzame productie en vermarkting van deze producten.

Om dit op grotere schaal te realiseren, zijn serieuze inzet en verantwoordelijkheid van alle schakels in de keten nodig, dus naast boeren ook veevoederbedrijven, dieren­artsen, verwerkende industrie en de retail. Nu worden boeren door de retail vaak gedwongen om te produceren voor een zo laag mogelijke prijs, wat onmogelijk tot duurzaamheid kan leiden. Het is nodig dat ook de retail kiest voor een duurzame veehouderij, wat betekent dat ze bereid is een reële prijs te betalen voor de producten en de consument bewust te maken van het verhaal achter de producten. Van de consument vraagt het bereidheid om te betalen voor een duurzaam product. Zo spelen we allemaal een rol bij de verduurzaming van de veehouderij.

Dr. Martine Vonk werkt als lector ethiek en techno­logie bij Saxion. Reageren? rubriekforum@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer