Hongaarse predikant in de leer bij Tim Keller
De Hongaarse ds. Bálint Bacskai is gevormd door de behoudende Bethaniëbeweging in zijn land, maar werd ook diepgaand geïnspireerd door de Amerikaanse pastor Tim Keller.
Ds. Bacskai (1970) is een van de vijftien Hongaaarse predikanten die deelnamen aan de uitwisseling met hervormd-gereformeerde collega’s in Nederland. Na zijn studie theologie werd hij bevestigd in de wijkgemeente Józsefváros in de Hongaarse hoofdstad Boedapest. De predikant komt zelf uit deze gemeente, waar het geestelijk leven was gestempeld door de opwekkingsvroomheid van de Bethaniëbeweging. Ds. Bálint Kovács, die hem doopte, was als een geestelijk vader voor hem, vertelt hij. In de communistische tijd belandde ds. Kovács in de gevangenis omdat door zijn invloed zo veel jonge mensen de kerkdiensten bezochten en velen geloofsbelijdenis deden.
Wat maakt uw gemeente anders dan veel andere gemeenten in Hongarije?
„Aladár Szabó, de grondlegger van de Bethaniëbeweging in de Hongaarse Hervormde Kerk, was ook de stichter van de gemeente in de wijk Józsefváros. Deze gemeente was een biddende gemeente met veel geestelijk leven. De gemeenteleden hadden belangstelling voor elkaar en vroegen elkaar voortdurend naar de welstand van het geestelijk leven. Niemand werd iets opgelegd, er was geen dwang. Maar wel waren die mensen blij met alle kleine dingen, als bijvoorbeeld een kind een Bijbelverhaal kon navertellen of een Bijbelvers opzeggen.”
U kwam in contact met Tim Keller en het Redeemernetwerk. Hoe ging dat?
„Via contacten met het PMTI, het zendingsinstituut in Boedapest dat is opgericht door prof. Anne-Marie Kool. Zij maakte een bezoek aan New York en enkele Redeemerconferenties mogelijk. Hierdoor werd ik coördinator van de City-to-Cityzending voor Europa. Deze contacten met Tim Keller en het Redeemernetwerk zie ik als een tweede bekering. Ik leerde dat alle menselijke inspanningen en goede bedoelingen er niet toe doen als er geen sprake is van echte bekering en een echte relatie met Jezus Christus. Ik leerde daar dat overeenkomstig het zendingsbevel van Christus het Evangelie alleen landt als er ergens een kerk, een christelijke gemeenschap wordt gesticht. Dat is het grondbeginsel voor kerkplanting. Je probeert eerst de wijk en wijkbewoners goed te leren kennen, je probeert hun worstelingen, hun problemen en noden op het spoor te komen, om deze vervolgens in het gebed op te dragen. Dan probeer je met de wijkbewoners de Bijbel te lezen en te bidden, zodat ook niet-christenen de kracht van Gods Woord ontdekken.”
Konden de opgedane ervaringen in New York zomaar in Boedapest worden toegepast?
„O nee, dat stuitte op weerstand bij sommige collega’s. De stad Boedapest is door de hervormde kerk ingedeeld in wijkgemeenten, en predikanten ervaren kerkplanting als een inbreuk op hun eigen parochie. Van het kerkbestuur kreeg ik te horen dat ik de Hongaarse hervormde kerk wilde veramerikaniseren. Mijn eerste kerkplanting moest na enkele jaren stoppen. Daarna hielden we enkele jaren kerkdiensten in een horecagelegenheid. Wij vonden tot veler verbazing dit café een uitstekende plek voor kerkdiensten en vierden er zelfs het heilig avondmaal. In 2014 zijn deze diensten gestopt. De nieuwste kerkplanting heet ”Te+en” (jij en ik). Veel Roma komen naar deze diensten. De Romakinderen die hier naschoolse opvang en huiswerkbegeleiding krijgen, halen verbazingwekkend betere resultaten op school.”
Afgelopen zondag was u in de hervormde gemeente in Zuilichem. Wat waren uw indrukken?
„De gebeden met de kerkenraad voor en na de dienst waren indrukwekkend. Ook in mijn gemeente wordt er voorafgaand aan een dienst gezamenlijk gebeden, maar niet erna. Het viel mij wel op hoe vormelijk en strak gereguleerd alles toegaat in zo’n kerkdienst. In mijn gemeente zijn er zowel voor als na de dienst veel meer informele gelegenheden om met iemand te spreken.”