Christenvervolging

Christenen in een verscholen dorp in Myanmar

Ontmoeting met de pastor van een kleine kerk in Myanmar. Een Nederlands reisgezelschap van Open Doors trok de afgelopen weken door het Aziatische land om de kleine christelijke minderheid te ontmoeten.

L. Vogelaar

9 November 2016 16:11Gewijzigd op 16 November 2020 08:23
Ontmoeting met de pastor van een kleine kerk in Myanmar. Een Nederlands reisgezelschap van Open Doors trok de afgelopen weken door het Aziatische land om de kleine christelijke minderheid te ontmoeten. beeld Open Doors
Ontmoeting met de pastor van een kleine kerk in Myanmar. Een Nederlands reisgezelschap van Open Doors trok de afgelopen weken door het Aziatische land om de kleine christelijke minderheid te ontmoeten. beeld Open Doors

Haar man sloeg een fietspomp op haar hoofd kapot. Ze mocht haar kinderen niet meer zien en werd geïsoleerd van de buitenwereld. Kerkgang was er niet meer bij. Mensen in Myanmar die overgaan tot het christendom, hebben het zwaar. Maar ze volharden.

Die volharding, tegen alle weerstand in, maakte diepe indruk op directeur Ruud Kraan van Open Doors Nederland toen hij vorige maand met een groep Nederlanders door het Aziatische land trok. „Soms ging het om schrijnende gevallen, met name als het bekeerlingen vanuit het boeddhisme betrof. Denk aan discriminatie, mishandeling, het platbranden van huizen en verdreven worden door de eigen familie. En dan heb ik niet eens de gebieden bezocht waar de christenen het zwaarst lijden om hun geloof.”

Kraan en zijn reisgenoten ontmoetten gemeenteleden en voorgangers. Slechts 4 procent van de bevolking van Myanmar –het vroegere Birma– is christen. „Velen worden onder druk gezet om terug te keren tot hun eerdere religie. De vrouw die door haar man werd mishandeld, woont inmiddels niet meer bij hem. Ze wilde het christelijk geloof niet afzweren. Ze had de keuze uit een heel schamel onderkomen dicht bij haar kerk of een veel betere behuizing verder weg. Ze koos voor het schamele onderdak.”

De groep waarmee Kraan reisde, meed de gevaarlijkste streken, zoals het gebied langs de grens met China en het noordwesten van het land, waar het islamitische Rohingyavolk woont. Ontmoetingen zouden te gevaarlijk zijn voor zowel de groep als de lokale christenen.

De situatie verschilt van plaats tot plaats. „We bezochten een stad waar slechts zeven christelijke gezinnen wonen. In het openbaar getuigen kunnen ze beter niet doen, maar verder hebben ze er een redelijk bestaan. Dat komt ook doordat ze goodwill opbouwen: ze financieren onderwijs en naast hun kerk bouwden ze een badhuis waarvan de buurtbewoners gebruik mogen maken. Vanwege hun geloof staan ze wel op achterstand. Voor autohuur moeten ze bijvoorbeeld twee of drie keer zo veel betalen als een boeddhist.”

In een dorp troffen de Nederlandse reizigers een kleine gemeente aan. Er waren twee gezinnen recent christen geworden. Van het ene was het huis daarom in brand gestoken, en toestemming tot herbouw kregen ze niet.

Na een lange vaartocht over een meer trof het reisgezelschap van Open Doors achter een rietkraag een nieuwe nederzetting aan, opgebouwd door vroegere boeddhisten die uit hun familie en dorpsgemeenschap waren gestoten en hun baan waren kwijtgeraakt. Zes maanden hielden ze openluchtdiensten onder een boom. Toen bouwden ze een kerkje en wat huisjes, en zetten een geitenfokkerij en een viskwekerij op. Op een plaats waar geen boeddhist durft te wonen: bij een begraafplaats.

„De liefde en de onderlinge band deden me denken aan de eerste christengemeente”, zegt Kraan. „Ze dienen de Heere God en doen handreiking naar hun naasten, bijvoorbeeld door de opvang van mensen die vluchten voor lokale conflicten. Christenen staan goed bekend. Hen kun je tenminste vertrouwen; ze liegen niet.”

Terwijl een groot deel van de groep terugkeerde naar Nederland, reisde Kraan met zijn vrouw door naar Bangladesh. Daar vormen christenen een nog kleinere minderheid: nog geen 1 procent van de bevolking. „De kerk bestaat er uit traditionele denominaties en moslimbekeerlingen. Dat laatste deel groeit het hardst. Christenen worden met de dood bedreigd en soms vermoord. Er heerst in Bangladesh ook veel onrust en angst voor aanslagen van IS.”

In Bangladesh hield Kraan tijdens een tweedaagse conferentie –op een geheime, beveiligde locatie– voor meer dan 500 kerkleiders vier Bijbelstudies. „Naderhand kwamen mensen naar me toe om te zeggen hoe de boodschap hen had aangesproken. Als een spons namen ze mijn woorden op. Heel bijzonder.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer