Mij onwaardige
Psalm 111:7
„De werken Zijner handen zijn waarheid en oordeel; al Zijn bevelen zijn getrouw.”
God geeft je niets omwille van je waardigheid. Hij laat Zijn Woord en sacrament niet afhangen van jouw waardigheid, maar uit louter genade grondvest Hij jou, onwaardige, op Zijn Woord. Houd slechts daaraan vast en spreek: Degene Die mij Zijn teken en Woord geeft dat Christus’ leven, genade en hemel mijn dood, zonde en hel voor mij onschadelijk gemaakt hebben, dat is God, Die mij deze zaken als zeker voorhoudt. Als de dienaar mij genade verkondigt, verlaat ik mij op Gods Woord Zelf en zijn het Gods woorden. Dan is het waar. Daarbij blijf ik, daarmee sterf ik. Ook jij moet vast op dat Evangelie vertrouwen, alsof God je een speciale engel zendt, ja alsof Christus Zelf je persoonlijk de zonde vergeeft. Zie, hij die de sacramenten ontvangt, ontvangt daarmee een teken van God en een belofte waarmee hij zijn geloof in Christus kan oefenen en versterken. Anderen die deze tekenen niet kunnen ontvangen, moeten deze enkel in geloof oproepen en ze met de begeerte van het hart ontvangen. Ook zij zullen behouden blijven, als zij maar in hetzelfde geloof standhouden. Het goddelijk teken bedriegt mij niet en ik laat het mij niet ontnemen. Eerder zou ik de hele wereld en mijzelf willen verloochenen, dan dat ik eraan zou twijfelen dat mijn God mij zeker en waarachtig is in dit teken van Hem en Zijn belofte.
Maarten Luther, hoogleraar in Wittenberg
(”Preek over de voorbereiding op het sterven”, 1519)