In een zogenoemde oplegbrief bij de kerkordewijzigingen die het GCKO voorstelt, schrijft de scriba van de Protestantse Kerk, dr. R. de Reuver, dat het moderamen en de kerkordespecialisten de argumenten over de naamgeving van de toekomstige regio of classis „verschillend” wegen. „In goede onderlinge verstandhouding is daarom afgesproken het gesprek hierover in de synode te voeren en de synode expliciet om een besluit hierover te vragen.”

Het moderamen komt met een apart besluitvoorstel over de naamgeving van de nieuwe regio’s, zo meldt de scriba. Waarschijnlijk wordt daarin voorgesteld dat de nieuwe regio’s „classes” zullen gaan heten of in ieder geval een naam krijgen waarin het woord classis voorkomt. Het GCKO kiest in de voorstellen voor de wijzigingen van de kerkorde namelijk voor de aanduiding ”regionale synode”.

Hoewel er, volgens het GCKO, veel pleit voor het gebruik van de naam ”classicale vergadering”, heeft het college hier toch niet voor gekozen. Zo zou de naam classis te veel aan de oude structuren in de kerk doen denken, terwijl de Protestantse Kerk met de elf regionale synodes die structuur juist wil vernieuwen.

Ook is het volgens het college „staand gebruik in alle kerken met een presbyteriaal-synodale kerkregering dat de classis of classicale vergadering bestaat uit afgevaardigden van alle betrokken kerkenraden.” Dat is bij de elf regio’s die de Protestantse Kerk nu gaat vormen echter niet het geval.

Andere argumenten van het GCKO om voor de aanduiding ”regionale synode” te kiezen zijn de duidelijke vergelijking en het onderscheid met het begrip generale synode. „Bovendien gaat het hier om een aanduiding die ook in andere kerken met het presbyteriaal-synodale stelsel, bijvoorbeeld in Zuid-Afrika, te vinden is.”

De door het college voor de kerkorde voorgestelde wijzigingen in de Protestantse Kerkorde zijn zo ingrijpend dat het college zich in het voorstel aan de generale synode afvraagt of het niet beter is de indeling van de kerkorde op de schop te nemen. Het GCKO heeft daar nu niet voor gekozen, maar sluit niet uit dat ze aan het einde van de besprekingen alsnog een andere, meer geclusterde opzet van de kerkorde zal voorstellen.

Voor één lid van het Generale College voor de Kerkorde zijn de nu voorgestelde veranderingen in de structuur van de kerk en daarmee in de kerkordelijke regelgeving “te ingrijpend”, zo meldt het rapport.

Overigens is dit pas het eerste deel van de wijzigingen die het GCKO nodig acht in verband met het rapport ”Kerk 2025”. Andere wijzigingen volgen later.