Wall Street stevig omhoog na opmars Clinton
De aandelenbeurzen in New York zijn maandag flink hoger gesloten. Daarmee volgde Wall Street het voorbeeld van indices wereldwijd.
Daags voor de Amerikaanse presidentsverkiezing reageerden beleggers opgelucht op de opmars van Hillary Clinton in de peilingen. Een overwinning van de Democratische presidentskandidate wordt als gematigd positief gezien voor de financiële markten, omdat van Clinton een redelijk stabiele voortzetting van het huidige beleid wordt verwacht.
Het bericht dat de FBI het onderzoek naar de e-mails van Clinton weer heeft laten varen, werd positief ontvangen. De Dow-Jonesindex sloot uiteindelijk 2,1 procent hoger op 18.259,60 punten. De brede S&P won 2,2 procent tot 2131,52 punten. Technologiegraadmeter Nasdaq noteerde een winst van 2,4 procent op 5166,17 punten.
Vorige week gaf het nieuwe onderzoek naar de mails die Clinton als minister van Buitenlandse Zaken vanaf een privéserver verstuurde de campagne van haar rivaal Donald Trump een nieuwe impuls. Dat zette wereldwijd druk op de aandelenbeurzen, waar beleggers zich zorgen maakten over de onvoorspelbare gevolgen van een overwinning van de vastgoedmagnaat.
Vooral financiële fondsen zaten in de lift. Banken als Citigroup, JPMorgan Chase, Wells Fargo en Morgan Stanley wonnen tot 3,7 procent. Goud, dat door investeerders wordt gezien als veilige haven, leverde aan waarde in. Gouddelver Newmont Mining (min 3,5 procent) deelde in die malaise.
Farmaceut AbbVie (plus 5,1 procent) was een opvallende winnaar. Het bedrijf won een belangrijke patentzaak om het reumamiddel Humira. Concurrent Coherus BioSciences mag vooralsnog niet met een goedkopere variant van Humira de markt op. Coherus werd door beleggers ruim 9 procent lager gezet.
De Italiaanse sportwagenfabrikant Ferrari won 7,5 procent aan beurswaarde na meevallende kwartaalcijfers. Het bedrijf verhoogde tevens zijn winstverwachting voor dit jaar. De resultaten van zuivelproducent Dean Foods over het derde kwartaal bleken beter dan verwacht. Het aandeel sloot 2,3 procent hoger.
De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 2 procent naar 44,97 dollar. Brentolie werd 1,6 procent duurder bij 46,31 dollar per vat. De euro werd bij de slotbel voor 1,1043 verhandeld, tegen 1,1036 bij het slot van de Europese beurzen.