„Zonder kroongetuigen geen liquidatieproces”
Zonder de inbreng van in eerste instantie Peter la S. en later Fred R. als kroongetuigen zou er geen liquidatieproces Passage zijn geweest. Dan zouden diverse afrekeningen mogelijk nooit zijn opgehelderd en zou het moorden wellicht zijn doorgegaan. Ook zou het niet zijn gelukt opdrachtgevers voor de rechter te brengen.
Dit zei aanklager Frits Posthumus maandag op de eerste dag van het requisitoir in het hoger beroep van het liquidatieproces. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in de rechtbank op Schiphol vijf dagen uitgetrokken voor het toewerken naar de strafeisen. Dat gebeurt op 22 november.
In het hoger beroep staan tien verdachten, opdrachtgevers, tussenpersonen en uitvoerders, terecht wegens hun betrokkenheid bij zeven liquidaties tussen 1993 en 2006. Een deel van hen wordt ook beschuldigd van het beramen van andere afrekeningen. De elfde verdachte, Ali Akgün, werd eind 2014 doodgeschoten in Turkije.
Nadat in eerste aanleg La S. al als kroongetuige naar voren was gestapt, ging in het hoger beroep ook ‘moordmakelaar’ Fred R. een deal aan met het OM. R., door de rechtbank tot dertig jaar veroordeeld, verklaarde onder meer belastend over Willem Holleeder, die niet lang daarna werd opgepakt. Holleeder staat in Passage niet terecht, maar wordt wel verdacht van betrokkenheid bij de moorden op hasjhandelaar Kees Houtman en kroegbaas Thomas van der Bijl in 2006. Beide afrekeningen maken onderdeel uit van Passage.
Het hoger beroep in het omvangrijke moordproces startte in 2013 en heeft tot nu toe zo’n 140 zittingsdagen in beslag genomen. In totaal zijn circa 130 getuigen gehoord.