België is de bakermat voor het gros van de trappistenbieren
Bier is in België nooit ver weg. Haast elk dorp heeft z’n eigen pintje. Een verhaal apart is trappistenbier. Gerstenat dat gebrouwen wordt in een klooster.
Taalpareltjes maken – dat kunnen ze wel, die bierkundigen in België. Neem deze: „In dit goudgele bier vinden zachtheid en bitterheid een zeldzaam evenwicht.” Gelezen in het museum bij de herberg van Poteaupré. Die eettent staat nabij Chimay, een stadje (10.000 inwoners) in de Belgische provincie Henegouwen. Dit wonderlijke proza slaat op Tripel Chimay, een trappistenbier met een alcoholvolume van 8 procent. De Tripel Chimay wordt ook wel de benjamin van de abdij genaamd.
Nog eentje dan: „Met een koperachtige kleur onthult zich een lichte fruitgeur van abrikoos.” Dat verwijst dan weer naar de Rode Chimay (La Chimay Rouge), de oudste onder de Chimaybieren (7 procent).
Wat een nuchtere Nederlander ervan moge denken („hoe smáákt dat dan – een zeldzaam evenwicht van zachtheid en bitterheid? Doe mij maar gewoon een heerlijke heldere van Freddy”), feit is dat ze in Chimay en omstreken apetrots zijn op hun trappistenbieren.
Monniken
Wat dat is, trappistenbier? Bier gebrouwen door trappisten, ofwel monniken.
Wereldwijd mag een tiental bieren de naam trappistenbier dragen. De bieren moeten zijn gebrouwen in abdijen van de Orde der Cisterciënzers van de Strikte Observantie. Door of onder toezicht van monniken. Voorwaarde is dat het grootste deel van de opbrengst van het verkochte bier moet worden bestemd voor sociale bijstand.
België is de bakermat voor het gros van de trappistenbieren. In Nederland wordt op twee plaatsen trappistenbier gebrouwen. La Trappe; in de abdij Onze Lieve Vrouw van Koningshoeven in Berkel-Enschot, vlak bij Tilburg. En daarnaast: Zundert Trappist, in trappistenbrouwerij de Kievit van de Abdij Maria Toevlucht in Zundert.
Bid en werk
Chimaybier is dus een van die tien trappistenbieren. Het gerstenat wordt gebrouwen in de abdij Onze Lieve Vrouwe van Scourmont, vlak bij het stadje Chimay. Dat ligt in zuidelijk België. De abdij werd in 1864 afgebouwd. In de ongeveer vijftien jaren daarvoor kozen de monniken domicilie in een vervallen boerderij. Lijfspreuk van de broeders was: ”Ora et labora”. Bid en werk. „Op die regel van Sint-Benedictus is het leven in de abdij nog steeds gebaseerd”, zo meldt een van de informatiepanelen in het museum bij de herberg van Poteaupré.
Gewerkt werd er zeker. Op het veld, in de bakkerij, de schrijnwerkerij (voor houtbewerking) en de drukkerij. „De abdij moest in haar eigen onderhoud voorzien.” In de beginjaren in de negentiende eeuw al maakten de geestelijken bier en kaas. Anno 2016 kun je in de herberg een keur aan menu’s samenstellen met Chimaybieren en -kazen.
Wordt Chimaybier nog altijd gebrouwen in de abdij, het bottelen (vullen van flessen) geschiedt al tientallen jaren elders in de regio. „Dit om de rust van de monniken niet te verstoren”, valt te lezen in het museum, waar een verzameling Chimayglazen een van de publiekstrekkers is.
Texas
Bier van Chimay klokte lange tijd grotendeels door Belgische kelen. Toen in 1983 de eerste 75 centiliterfles-met-kurk op de markt kwam, maakte het trappistenbier ook naam in bijvoorbeeld de Amerikaanse staat Texas. Tegenwoordig gaat ongeveer de helft van de Chimaybier de Belgische grens over, naar zo’n vijftig landen wereldwijd.
belgie-toerisme.nl
----
„Godsvrucht staat mij bij”
Een gebeeldhouwde hond, een imposant wapenschild boven een open haard, een schrijfmeubel versierd met natuursteen uit Toscane. In het imposante kasteel van Chimay, in zuidelijk België, kunnen liefhebbers van oude tijden hun hart ophalen.
Een van de wapenschilden herinnert aan een verbond tussen twee families, vanwege een huwelijk. De wapenspreuk luidt: ”Juvat pietas”. Dat betekent: ”Godsvrucht staat mij bij”.