Maar gelukkig kun je sommige dingen als avondmens ook best van tevoren doen. Ooit bakte ik regelmatig zelf brood in een broodbakmachine met een tijdklok. Als je die slim instelde, was het brood klaar op het moment dat de wekker afging. Een huis gevuld met de geur van vers brood is een overtuigende reden om uit bed te stappen.

Wat ook kan: ’s avonds pannenkoeken bakken, voor een stevig ontbijt de volgende morgen. Vanwege een feestelijke gelegenheid of domweg omdat het brood op is. Wie op die manier vooruit zorgt, moet wel voor lief nemen dat ze tegen de tijd dat ze op tafel verschijnen koud zijn. Ik vind dat geen bezwaar, maar er zijn mensen die hun pannenkoeken alleen warm blieven.

In principe kun je van allerlei meelsoorten pannenkoeken bakken. Daarvoor heb je geen pakken pannenkoekmeel nodig. Dit recept gaat uit van boekweitmeel. Voor pannenkoeken met een nostalgisch tintje.

Dat zit zo. Boekweit zou je een vergeten graan kunnen noemen, al is het officieel zelfs helemaal geen graan. In de negentiende eeuw werd het veel verbouwd (en gegeten) op schrale zand- en veengrond. Na de Tweede Wereld­oorlog verdween dit gewas in Nederland grotendeels uit beeld. Door pannenkoeken van boekweitmeel te bakken, treed je dus een beetje in de voetsporen van je verre voorouders. Mits je familiewortels in zand- of veengebieden liggen.

Boekweit bevat geen gluten, waardoor het opnieuw in de belangstelling komt. Je hoeft er niet voor naar een natuurvoedingswinkel. Supermarkten hebben het vaak ook wel (weer) in het assortiment.

Boekweit heeft overigens een nogal typische smaak. Die wordt wel omschreven als wat zurig of notig, in ieder geval karakteristieker dan pannenkoeken van bijvoorbeeld bloem. Van die smaak moet je houden. Het is gewoon even wennen.

Je kunt ook pannenkoeken bakken met alleen boekweitmeel. Maar naar mijn smaak pakken die te stug uit. Half boekweitmeel, half zelfrijzend bakmeel leidt tot een wat smeuïger resultaat.

Boekweitpannenkoek

Ingrediënten (voor 10-12 stuks)

• 150 g boekweitmeel

• 150 g zelfrijzend bakmeel

• 500 ml melk

• snuf zout

• 1 ei

• boter en/of olie

Bereiding

Doe het boekweitmeel en het zelfrijzend bakmeel in een beslagkom. Voeg een snuf zout toe. Giet de helft van de melk erbij. Meng alles met een garde tot een stevig en kleverig beslag. Gebruik hiervoor eventueel een mixer. Doe er de rest van de melk en het ei bij. Klop alles goed door elkaar. Voeg nog wat extra melk toe als het beslag te dik is. Het is de bedoeling dat het in de pan mooi uitvloeit.

Zet een koekenpan op het vuur. Verhit hierin voor elke pannenkoek een kluitje boter of een scheutje olie. Of roer de gesmolten boter of de olie alvast door het beslag. Begin pas met bakken als de pan goed heet is – dan blijft zelfs de eerste pannenkoek niet aan de pan kleven.