Economie

De Chinese groeimotor hapert

Investeringen en export maken plaats voor consumptie als aanjager van de Chinese economie. Ondertussen leidt afnemende productiviteitsgroei tot een flink lager groeitempo.

Bert Burger
5 November 2016 15:48Gewijzigd op 16 November 2020 08:14
beeld EPA, Alex Hofford
beeld EPA, Alex Hofford

Enkele weken geleden noemde ik in deze kolommen dat de toenemende schulden in China het risico van een financiële crisis in dat land met zich meedragen. Ondernemingen (veelal in staatshanden) en lagere overheden investeren te veel geld in de onrendabele zware industrie en in onroerend goed waar geen behoefte aan is. De overcapaciteit in deze sectoren moet een keer worden teruggedrongen en als dit leidt tot faillissementen, of als de leningen om andere redenen niet kunnen worden terugbetaald, kan de situatie al snel uit de hand lopen.

Van een acuut gevaar is geen sprake. Recente groeicijfers over de economie vielen mee en een harde landing, oftewel een zo snelle groeiafzwakking dat partijen met schulden in problemen komen, tekent zich vooralsnog niet af. Over een wat langere periode bekeken ziet het plaatje er echter minder goed uit. De groei zwakt al vier jaar af, ondanks de door de hoge kredietgroei gevoede investeringen. Wat is hiervan de oorzaak en zal deze trend doorzetten? Een blik op het verleden geeft duidelijkheid over de toekomst.

In 1978 opende China de economie voor buitenlandse handel en investeringen, wat een enorme impuls gaf. De economie groeide gemiddeld 10 procent per jaar, waardoor China nu, na de VS, de tweede economie van de wereld is. Een groeidip in 2008 als gevolg van de wereldwijde financiële crisis werd al snel gevolgd door herstel in 2009/2010. Vanaf 2012 is echter sprake van een gestage afzwakking van het groeitempo.

Er is veel te lezen over de transitie die de Chinese autoriteiten beogen voor de economie, waarbij de groei minder moet komen vanuit de export en bedrijfsinvesteringen en meer vanuit de consumptie. Er is een grens aan hoeveel producten Chinese fabrieken in het buitenland kunnen afzetten en naarmate de welvaart stijgt, wordt de binnenlandse markt steeds belangrijker. Deze transitie is echter nog in een beginfase en niet de hoofdoorzaak van de groeiafzwakking. Consumptie en investeringen droegen in de afgelopen vier jaar beide steeds minder bij aan de economische groei.

De belangrijkste reden voor de groeiafzwakking is de afnemende productiviteitsgroei. De productie per gewerkt uur neemt wel toe, maar steeds minder snel. Dit begon al rond de eeuwwisseling, maar werd eerst nog lange tijd gecompenseerd door snel toenemende bedrijfsinvesteringen. Nu deze laatste niet meer zo hard groeien, neemt de economische groei af.

Vreemd is dit niet. Voor een minder ontwikkelde economie is het makkelijker om de productiviteit te verhogen. China moet het inmiddels minder hebben van goedkope productiemogelijkheden en steeds meer van innovatie en efficiëntere productie. Een weg die lang geleden ook door Japan en later Zuid-Korea en Taiwan is bewandeld.

Voor China is dit echter niet zo eenvoudig. De neerwaartse trend in de productiviteitsontwikkeling is alleen te stoppen als de autoriteiten de productie van goederen en diensten meer overlaten aan ondernemingen die niet in staatshanden zijn. Ondanks privatiseringen maken staatsondernemingen nog altijd een groot deel van de economie uit en ze zijn niet erg efficiënt. Een kwart maakt zelfs verlies. Grootscheepse herstructurering is nodig, maar kost volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF), dat daar wel op aandringt, zo’n 8 miljoen banen.

Het is niet zo gek dat de regering liever de weg van de geleidelijkheid kiest. Maar dan moet zij wel ruimte scheppen om de productiviteit op andere manieren te verhogen. Daarover kunnen we echter alleen maar sceptisch zijn.

Het politieke klimaat in China wordt, anders dan destijds in Japan, vooral gekenmerkt door autocratisch bestuur dat de maatschappij graag stevig in zijn greep houdt. Dit zorgt voor stabiliteit, maar belemmert creativiteit. Het onderwijssysteem, private organisaties en de media worden nog altijd gecontroleerd door de Communistische Partij. De autoriteiten zijn waarschijnlijk wel in staat om een harde landing van de economie te voorkomen. Het Chinese groeiwonder een doorstart geven, zal echter moeilijker worden.

De auteur schrijft op freelancebasis over ontwikkelingen in de economie en op de financiële markten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer