Opinie

Dros geeft gereformeerde gezindte huiswerk

Denk mee over de grote vragen. Die oproep doet Lodewijk Dros, chef-redacteur bij Trouw, aan reformatorisch Nederland (RD 29-10). Hij daagt orthodoxe christenen uit om zich niet in hun zuil te verschuilen, maar mee te doen aan het maatschappelijk debat. De vraag is echter of christenen de samenleving nog iets te zeggen hebben. Ja, natuurlijk. Maar hoe?

dr. A. J. Kunz
5 November 2016 09:27Gewijzigd op 16 November 2020 08:14
beeld istock
beeld istock

Dros beschouwt de gereformeerde gezindte als een relatief gesloten bolwerk. Vandaar dat hij voor dichte vensters roept: Refo’s, ik mis jullie! Daarmee is niet alles gezegd, zou de tegenwerping kunnen zijn. In de Tweede Kamer laat SGP-fractievoorzitter Van der Staaij immers zien dat je als reformatorisch christen met overtuiging en argumenten –en op z’n tijd met humor– het debat met andersdenkenden kunt voeren. En hij is gelukkig niet de enige. Daarnaast zijn er ontmoetingen buiten de waarneming van de media waarin christenen meedenken over de grote vragen in de samenleving. Er gaan wel degelijk ramen en deuren open.

Toch is het te gemakkelijk om de vraag van Dros daarmee aan de kant te leggen. Het uiteengroeien van de hoofdstroom van de cultuur en de refotraditie leidt er wel degelijk toe dat ramen en deuren dichtgaan. Wellicht zit dit zelfs in deze traditie ingebakken. De betrokkenheid van orthodoxe christenen op de samenleving is er sinds de Afscheiding niet groter op geworden.

Tegenwicht

Volgens Dros heeft de gereformeerde gezindte in elk geval drie dingen in het maatschappelijk debat in te brengen. Allereerst het besef dat een individu “coram Deo”, voor het aangezicht van God, leeft. Hiermee is meteen verbonden dat het individu bij een gemeenschap hoort: de kerkelijke gemeente. Dit biedt een tegenwicht tegen een selfie-cultuur, tegen een ikkerig individualisme dat zich heeft losgezongen van een gemeenschap, aldus Dros.

In de tweede plaats kennen orthodoxe christenen de nadruk op beleving. Meer vertrouwd gezegd: bevinding. In een emotiecultuur, waarin ”het voelt goed” het einde van alle tegenspraak is, kunnen refo’s diepgang aanbrengen. Beleving is immers meer dan een goed gevoel; ze raakt de mens in het diepst van zijn bestaan, voor Gods aangezicht.

Ten slotte noemt Dros een breed ontwikkeld orthodox repertoire. Anders dan orthodoxe moslims kennen orthodoxe christenen de mogelijkheid om Bijbelteksten over bijvoorbeeld homoseksualiteit niet door te vertalen in homohaat. Op dit punt zouden vooral moslims van reformatorische christenen kunnen leren, aldus Dros. Maar dan moeten die laatsten wel hun verantwoordelijkheid nemen en het gesprek aangaan met moslims over orthodoxie en tolerantie.

Strategie

De punten die Dros noemt, zijn inderdaad kernpunten voor de christelijke presentie in de samenleving. Het zijn echter tegelijk pijnpunten die nopen tot zelfreflectie. Want zijn orthodoxe christenen vandaag echt in staat om vanuit hun eigen positie mee te denken over grote vragen?

De laatste jaren zijn discussies over de refor­matorische zuil niet van de lucht. Ze zijn nogal onvruchtbaar, omdat het resultaat is dat voor- en tegenstanders hun eigen gelijk alleen maar versterken. En wie goed kijkt, ziet dat het interne debatten zijn tussen mensen die de buitenwacht als refo’s over één kam scheert.

Een strategie met meer perspectief is dankbaar gebruikmaken van de zegeningen van de refozuil, deze niet eindeloos ter discussie te stellen, maar deze te gebruiken als een middel om gereformeerd leven vandaag vorm te geven en door te geven aan jongeren. Dan is het woord ”refozuil” overigens minder gewenst; na het verdwijnen van de verzuilde samenleving doet het nogal eenzaam aan. Alsof orthodoxe christenen de laatsten der Mohikanen zijn, waarbij de onvermijdelijke suggestie is dat hun zuil hetzelfde lot zal treffen als al die andere.

Beter is om de term “gereformeerde gezindte” weer meer naar voren te halen. En dan niet als codetaal voor Nederlandse amish, en evenmin als een aanduiding van een culturele subgroep, maar voor wat orthodoxe christenen wezenlijk kenmerkt: een leven bij het Woord van God, levend bij de gereformeerde belijdenis. In één woord: een leven uit genade. Gereformeerde gezindte duidt op een gereformeerde gezindheid, op een levenshouding. Zo bedoelde Groen van Prinsterer het toen hij de term ”gereformeerde gezindte” muntte, en daarbij een accolade sloeg om gereformeerde belijders in en buiten de Hervormde Kerk.

Vanuit het perspectief van Groen bevatten de opmerkingen van Dros nogal wat huiswerk. Nog te veel wordt het meedenken over grote vragen belemmerd door interne discussies, en soms zelfs verdachtmakingen. Of er werkelijk sprake is van een breed ontwikkeld orthodox repertoire valt daarom nog te bezien. Het principe van ”one size fits all”, iedereen moet over alles precies hetzelfde denken, anders val je buiten de boot, leeft nog altijd. Daarmee is tevens het andere punt van Dros in het geding: hoe staat het met het gemeenschapsbesef?

Gemeenschap

Binnen kerkelijke gemeenten staat de gemeenschap onder druk, en de recente krantenkop dat de tijd niet rijp is voor kerkelijke eenheid is veelzeggend. Wie zoekt naar de eenheid van kerkelijke instituten kan inderdaad nog lang wachten. Maar die vraag is nauwelijks relevant. Het gaat eerder om erkenning en herkenning over en weer, om elkaar niet eindeloos de maat te nemen, maar onszelf te meten met de maat van Christus. En zo naar een ander te kijken. Opnieuw is het woord ”gereformeerde gezindte” hier nuttig: het slaat een accolade om gereformeerde belijders, en het dwingt om door te vragen of die belijdenis de gezindheid bepaalt. Dat raakt opnieuw het punt van Dros over individualisme in gemeenschap: hij vult dit immers in als een leven ”coram Deo”.

Secularisatie laat zich echter door dichte ramen niet tegenhouden, en daar kon weleens de oorzaak liggen van de afwezigheid van veel orthodoxe christenen in het maatschappelijk debat. Achter dichte ramen leeft niet alleen de verborgen omgang met God, maar gaan ook onzekerheid en zelfs sluimerend nihilisme schuil.

Nodig is versterking van de gemeenschap, nadruk op een leven voor Gods aangezicht –waarbij wedergeboorte en bekering realiteit zijn en genade het kernwoord– en ruimte voor elkaar binnen de bandbreedte van Bijbel en belijdenis: dat biedt ruimte om de grote vragen van deze tijd vanuit christelijk perspectief te beantwoorden.

In politiek en onderwijs is de tijd van de dichte ramen inmiddels voorbij. Daar liggen de grote vragen op tafel, zoals sterven op verzoek, vrijheid van onderwijs, burger­schapsvorming, seksuele diversiteit en duurzaamheid. Ze vragen om een Bijbels antwoord, in de taal van vandaag. Kerken in een stedelijke context lijken de beweging naar de samenleving ook beter te maken, waarschijnlijk omdat ze zich niet kunnen verschuilen in een comfortzone.

De voortgaande secularisatie betekent echter dat niemand in de luwte kan blijven. Jongeren stellen deze vragen ook. Wie gelooft dat het gezin de hoeksteen van de samenleving is, zal zijn kinderen geen goedkope antwoorden geven, maar zoeken naar Bijbelse antwoorden op de vragen van deze tijd. Dit zal dan niet binnenskamers blijven.

Naar het woord van de profeet Zacharia zullen in de eindtijd tien mannen uit alle talen van de heidenvolken de slip van de mantel van een Joodse man vastgrijpen: 
Wij gaan met u mee, want wij hebben gehoord dat God met u is (Zach. 8:23). Dit is ook voor orthodoxe christenen vandaag een hoopvol perspectief. Wie eruit leeft, houdt de deur voor Dros en vele anderen niet dicht.

Gerelateerd nieuws

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer