Column: Autonomie is meer dan het inwilligen van ieders wensen
Woensdagavond 12 oktober 2016 was daar ineens de kabinetsreactie over ”voltooid leven”. In een brief van elf pagina’s stelt het kabinet dat er een wet moet komen die het mogelijk maakt dat mensen die hun leven als voltooid zien, dat leven beëindigen. Mensen moeten hun recht op autonomie kunnen uitoefenen.
De politiek is soms onnavolgbaar. Er verscheen eerder dit jaar toch een rapport van de adviescommissie Voltooid Leven? De ministers die nu deze kabinetsbrief schreven, gaven twee jaar terug de opdracht voor de instelling van een „commissie van wijzen inzake hulp bij zelfdoding aan mensen die hun leven voltooid achten.” Een commissie van wijzen dus. Dit kent een groot gewicht toe aan de commissie en zegt vooral iets over de deskundigheid, wijsheid en autoriteit van de mensen in de commissie. Zelfs de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) was „zeer verheugd” over de instelling van deze commissie. Totdat het lijvige commissierapport uitkwam. De conclusie daarvan is bekend: het is niet wenselijk om de huidige juridische mogelijkheden rond hulp bij zelfdoding te verruimen.
Toch volgt het kabinet de wijzen niet. De commissie wordt op bladzijde 2 van de kabinetsbrief nog wel bedankt voor het werk dat is verzet. Maar er moet een wettelijke oplossing komen voor mensen die een wens hebben om te sterven omdat zij hun leven als voltooid beschouwen. In de brief werkt het kabinet dit verder uit. Centraal begrip daarbij is autonomie. Het kabinet erkent de beschermwaardigheid van het leven en voelt zich daar verantwoordelijk voor. Maar bij een voltooid leven heeft het leven voor die mensen geen waarde meer. En juist dan moeten die mensen een einde kunnen maken aan hun leven.
De kabinetsbrief zoomt verder in op het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en de uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Zo erkent dit hof een recht op zelfdoding. Dat vloeit voort uit het recht op een privéleven (artikel 8 EVRM). Alleen al qua taal klinkt dat tegenstrijdig. Recht op een leven geeft een recht op doding.
Maar wat voor consequenties heeft dat voor een overheid? In ieder geval is duidelijk dat het EHRM geen positieve verplichting van landen erkent om maatregelen te nemen die een waardig levenseinde te faciliteren. Dus er is geen verplichting voor ons kabinet om hulp bij zelfdoding bij een voltooid leven mogelijk te maken via een nieuwe wettelijke regeling.
Het kabinet wil –ondanks of dankzij het ontbreken van een positieve verplichting– wel wettelijk ruimte creëren om levensbeëindiging bij een voltooid leven mogelijk te maken. De autonomie van het individu verdient dit respect. En om het plaatje helemaal af te maken betrekt het kabinet de barmhartigheid erbij. De overheid moet ook barmhartigheid tonen voor deze mensen. U wilt weg? U mag weg. Wij leggen u niets in de weg.
Jammer dat het kabinet bij zo’n belangrijk thema zulke grote stappen zet. Op het eerste gezicht lijkt het allemaal misschien logisch. Maar als je het rapport van de commissie van wijzen erbij betrekt is dat anders. In dat rapport wordt dieper ingegaan op het begrip autonomie. Autonomie is meer dan het simpel inwilligen van ieders wensen. Het is een ethisch begrip, waar mensen verschillend over denken. Zo is er een individualistische benadering van autonomie, waarbij er ruimte is voor een recht op zelfbeschikking en dus hulp bij zelfdoding. De visie van het kabinet. Maar er zijn ook meer relationele benaderingen van autonomie. Je leeft niet alleen. Er is altijd verbondenheid met anderen. En dan is zelfdoding niet iets wat alleen de overledene aangaat. Het heeft ook gevolgen voor anderen, bijvoorbeeld familie of collega’s.
Juist bij die puur individuele kijk op autonomie zijn er in principe geen grenzen aan de zelfbeschikking, zo geeft de adviescommissie aan. Want waarom zou iemand van 25 jaar dan geen einde mogen maken aan zijn leven als die er klaar mee is? Wat is het verschil met iemand van 90? De huidige euthanasiewet en de bepalingen in het strafrecht gaan meer uit van de relationele benadering.
Er zijn nog veel meer punten uit het rapport van de adviescommissie die in de kabinetsbrief niet terugkomen. Het zegt misschien wel genoeg dat er in de kabinetsbrief met geen woord wordt gerept over de commissie ”van wijzen”. Steevast gaat het alleen over ‘de commissie’. Tsja, wie de wijsheid in pacht heeft…
Het kabinet der wijzen wil anders. Eerst de verkiezingen maar afwachten en zien hoe een eventueel wetsvoorstel eruit komt te zien. Hopelijk gaan de echte wijzen zich dan met het wetsvoorstel en de debatten bemoeien.
Mr. Bart Bouter is advocaat bij Bouter Advocatuur in Barneveld.