Redenen genoeg om de herinvoering van de doodstraf in Turkije te wantrouwen
Turkije wil de herinvoering van de doodstraf doorzetten. De regerende AK-partij van president Erdogan wil samen met de MHP van de oppositie een referendum hierover. De uitslag van zo’n volksraadpleging is altijd onzeker, maar de ‘gewone man’ toont zich rond onderwerpen als de doodstraf doorgaans wat rechtser dan de elite.
Al snel na de mislukte coup in Turkije van 15 juli stelde Erdogan dat de doodstraf zou moeten terugkeren. Dat leidde onmiddellijk tot afwijzende reacties vanuit (de rest van) Europa. Als kandidaat-lidstaat van de Europese Unie moet Turkije daar niet aan beginnen, omdat de doodstraf binnen de EU wordt gezien als een brug te ver. Had Turkije deze straf in 2004 niet definitief afgeschaft, juist om de gesprekken met de EU mogelijk te maken?
Het Handvest van de grondrechten van de EU uit 2000 veroordeelt de doodstraf uitdrukkelijk. Het voornemen om hierover een referendum te houden, is daarom niets minder dan een provocatie van de EU.
Zo’n provocatie is op zich niet verwonderlijk, want sinds de mislukte staatsgreep van juli heeft Turkije weinig warme woorden van EU-leiders gehoord. De couppoging is door de EU wel veroordeeld, maar de manier waarop Erdogan met de gevolgen omging, heeft nog meer kritiek gekregen.
Er is ook alle reden om wantrouwend te zijn tegenover de Turkse regering. Het heeft er alles van weg dat Erdogan de mislukte staatsgreep gebruikt als excuus om een grote schoonmaak te houden. Tienduizenden ambtenaren, docenten en rechters zijn geschorst of ontslagen, zogenaamd omdat ze behoren tot de staatsgevaarlijke Gülenbeweging.
De herinvoering van de doodstraf past hier naadloos in. Erdogan is bezig zich te positioneren als een groot leider, een man aan wie je de toekomst van het land kunt overlaten. Dat past naadloos in zijn streven om van het presidentschap een uitvoerende taak te maken, net als in Amerika en Frankrijk.
Deze week heeft ook de Raad van Europa zich tegen de Turkse doodstraf uitgesproken. Dat is een mensenrechtenorganisatie van 47 Europese landen, waar Turkije ook lid van is. In 2002 heeft deze organisatie definitief afgerekend met de doodstraf door een amendement op het EVRM (het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat in 1950 de doodstraf nog gerechtvaardigd noemde). Dit geeft direct aan dat de veroordeling van de doodstraf nog vrij jong is. Het gaat daarom veel te ver om met de Oostenrijkse minister van Buitenlandse Zaken, Kurz, te zeggen dat deze straf „tegen de Europese waarden” ingaat. De echte waarden van het Westen zijn ouder.
In de christelijke traditie is er de eeuwen door ruimte geweest voor het besef dat iemand zulke ernstige misdaden kan begaan dat hij het recht op leven verspeelt. Zo bezien is de Iraakse dictator Saddam Hussein in 2006 met dit vonnis geen onrecht aangedaan.
Maar ook wie niet principieel tegen de doodstraf is, heeft nog alle reden om tegen de herinvoering daarvan in Turkije te zijn. Er is inmiddels genoeg grond om de gewone rechtsgang in dat land te wantrouwen. Laat staan een proces dat uitloopt op een doodvonnis.