De middelste bonte specht is zeker niet middelmatig
Natuurlijk zou het leuk zijn als dit de oude eik voor mijn huis was. Nee dus. Het is wel oktober, maar deze middelste bonte specht dineert in Mecklenburg, op het landgoed van een leegstaande villa. Ooit het buiten van nazikopstuk Göring. Een desolate plek waar bemoste everzwijnen in beton de balustrades van het afgebrokkelde bordes sieren en zwarte gedachten als vanzelf postvatten. Gelukkig verdwijnen die zodra je over de restanten van een hek het bos betreedt. Daar waar wild en vogels de stilte en de wodanseiken allang ontdekten.
Het neemt allemaal niet weg dat dit spechtje met de Latijnse naam Dendrocopus medius de laatste jaren in Nederland een ware opmars maakt als standvogel. Niet dat hij wedijvert met de grote bonte specht. Die doet voedertafels aan in achtertuinen. Maar in Zuid-Limburg en in de buurt van de Achterhoek groeit het aantal tot 500. Vandaar ontdekt de middelste spechtensoort hoe leuk de rest van Gelderland is. Er zijn ook genoeg oude bomen met ruwe basten en belangrijk: open plekken in het bos.
Door de korte snavel lijkt hij stukken kleiner dan zijn grote broer. In werkelijkheid scheelt het een paar centimeter. Ik zag hem eens met een opwaaiend rood verenpetje. Middelste bonte specht. Saaie naam voor een vogel in vol ornaat.