6474 aangiften tegen Wilders
Precies 6474 mensen hebben in 2014 aangifte gedaan tegen PVV-leider Geert Wilders wegens zijn uitspraken over ‘minder Marokkanen’. Velen gaven op diverse voorgedrukte aangiftes uiting aan hun verbolgenheid over discriminatie en belediging, bleek op de eerste zittingsdag van het proces-Wilders.
In het feitenonderzoek ging de rechtbank in het Justitieel Complex Schiphol in Badhoevedorp maandagochtend in op de wijze waarop massaal aangifte is gedaan op diverse politiebureaus. Zo organiseerden burgemeester en wethouders van Nijmegen na de ‘minder-Marokkanen’-uitspraken van Wilders een mars om de bevolking op te roepen zich bij de politie te melden met hun grieven.
Veel politiekorpsen maakten gebruikt van standaardformulieren omdat het ondoenlijk was om ieders aangifte persoonlijk op te nemen. De politie Zeeland/Midden-West-Brabant vreesde zelfs voor overbelasting van het reguliere aangiftesysteem.
Sommigen werden via de moskee opgeroepen aangifte te doen, sommigen werden daarbij geholpen, bleek uit een bloemlezing uit de aangiften. Niet alle aangevers bleken op de hoogte te zijn van de strekking van hun klacht of wisten dat ze aangifte hadden gedaan, bleek bij het doornemen van 35 aangiften.
De rechtbank nam deze aangiften en verklaringen bij de rechter-commissaris door en schetste daardoor een beeld van de aangevers en hun grieven. Zo blijken enkele aangevers zich niet meer welkom te voelen in Nederland, ook al zijn ze hier geboren. Anderen voelden zich „in een hoek gezet’, ,uitgesloten als een paria”, werden “nageroepen met minder, minder, minder” of vonden dat een hele bevolkingsgroep over een kam werd geschoren. Een aangever vroeg zich volgens de bloemlezing af wat er zou zijn gebeurd als Wilders dezelfde uitspraken over joden had gedaan.