„Wat ons betreft is het onvoldoende, de ongelijkheid is enorm gegroeid de laatste jaren. Er moeten structurele investeringen komen. De onderwijssector moet zelf het geld verdelen om de problemen echt aan te pakken. Dit is een sigaar uit eigen doos”, zegt een woordvoerder van CNV Onderwijs.

Volgens de PO-Raad zijn de maatregelen vooral kleine aanpassingen. Om te zorgen voor kansengelijkheid voor iedereen zijn volgens de koepel meer fundamentele aanpassingen nodig. „Ik vraag me af of deze maatregelen voldoende zijn om kinderen die gelijke kansen te bieden”, zegt Rinda den Besten, voorzitter van de PO-Raad.

Het ministerie van Onderwijs trekt volgend jaar 25 miljoen uit om gelijke kansen te bevorderen, het jaar daarop 32 miljoen en in 2019 30 miljoen. Vanaf 2020 gaat het om een structureel bedrag van 26 miljoen euro per jaar.

Een belangrijk knelpunt is volgens het ministerie de overgang tussen schoolsoorten. „Kinderen van lager opgeleide ouders lopen hier een verhoogd risico op een keuze die geen recht doet aan hun kwaliteiten, omdat hun ouders zelf weinig of geen ervaring hebben in het (Nederlandse) onderwijs en de mogelijkheden onvoldoende kennen”, aldus het ministerie.

Ook de bewindslieden weten dat de investeringen en maatregelen alleen niet voldoende zijn. Daarom worden ouders, docenten, schoolbestuurders, onderzoekers, werkgevers en maatschappelijke instellingen aangespoord om zich te verenigen in de zogeheten Gelijke Kansen Alliantie. Daar kunnen zij volgens het ministerie ervaringen met elkaar delen en van elkaar leren.