Wilders vertrouwt voor zijn verdediging op het advocatenteam van zijn raadsman Geert-Jan Knoops („De beste advocaat van Nederland”). Wilders zei vrijdag de rechtszaak als een politiek proces te zien en weigert daarom te komen. „Over politieke standpunten moet in de Tweede Kamer gesproken worden en niet in de rechtbank.”

Met ingang van maandag behandelt de rechtbank Den Haag, die om veiligheidsredenen zitting houdt in het Justitieel Complex Schiphol in Badhoevedorp, de uitspraken die de politicus deed maart 2014.

Wilders zei op 12 maart 2014 in het stadsdeel Loosduinen dat Den Haag „een stad met minder lasten en als het even kan wat minder Marokkanen” moet worden. Een week later vroeg hij op de avond van de gemeenteraadsverkiezingen aan een zaal vol PVV-kiezers of ze meer of minder Marokkanen wilden. Het publiek scandeerde „minder, minder, minder”. „Dan gaan we dat regelen”, reageerde Wilders destijds.

Een poging van zijn raadsman Knoops om vervolging door het OM te voorkomen door onder meer aan te voeren „dat aan verkozen vertegenwoordigers een uiterst ruime uitingsvrijheid moet worden gegund”, werd door de rechtbank op 14 oktober niet gehonoreerd. De rechtbank zei dat het op basis van de omstandigheden en het inhoudelijk debat tot een oordeel wil komen „waar hier de grens ligt”.

In de eerste procesweek worden onder meer de getuigen-deskundigen Tom Zwart en Paul Cliteur gehoord. Zwart is hoogleraar mensenrechten (Utrecht) en zei onlangs in Vrij Nederland dat hij Marokkanen en moslims juist een verrijking voor de samenleving vindt, „maar strafrechtelijke binnendoortjes om Wilders te corrigeren zijn niet de oplossing.”

Cliteur, rechtsgeleerde en hoogleraar in Leiden, gaat in een boek dat in november verschijnt in op de vervolging van religie-kritiek en vreemdelingenhaat. In de boeksamenvatting schrijft Cliteur: „Laat iedereen zijn eigen opvattingen hebben en uitdragen over een wereldgodsdienst en veroordeel vooral geen politici voor de standpunten die zij innemen in het publieke debat.”