Overheid doet maatschappij onrecht door religie uit het publieke domein te bannen
De bijdrage van Nederlandse kerken aan de bestrijding van armoede is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Ten opzichte van het vorige Armoedeonderzoek, dat drie jaar geleden verscheen, steeg het totaal aantal hulpvragen van circa 40.000 naar 50.000. Kerken in Nederland droegen vorig jaar in totaal meer dan 36 miljoen euro bij aan armoedebestrijding.
Het onderzoek laat zien dat de zo geroemde verzorgingsstaat steeds meer van z’n glans verliest. Blijkbaar stijgt het aantal mensen dat door de bodem van zelfvoorzienendheid zakt, steeds sneller. Dat is bepaald geen compliment voor de regering, die niet nalaat om uit te venten dat het de afgelopen jaren voor iedereen beter is geworden in dit land. Niet dus. Het gaat goed met mensen die voor zichzelf kunnen zorgen. Maar voor mensen die dat niet kunnen, gaat het helemaal niet beter.
Tien procent van de huishoudens in Nederland is arm, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek. Daaronder zijn zo’n 421.000 kinderen. Gelukkig gaat het hier niet om kinderen die honger lijden, maar wel om kinderen voor wie elk extraatje onbereikbaar is. Ze kunnen niet mee met een schoolreisje en er is geen geld om de verjaardag te vieren of voor het beoefenen van een hobby.
Voor mensen die hulp nodig hebben die ze van de overheid niet krijgen, zijn er gelukkig dan nog de veel bekritiseerde kerken. Monumenten van een voor velen achterhaald geloof in een wereld die leeft bij dat wat te zien en te tasten is. Kerken waarvan de invloed, volgens nogal wat politici, op alle mogelijke manieren moet worden teruggedrongen.
Dit rapport laat een andere kant zien van de kerken. Een kerk is meer dan een instituut. Het is een gemeenschap van mensen die vanuit hun geloofsovertuiging een bijdrage leveren aan de samenleving. Op tal van manieren, maar ook door hulp te verlenen aan mensen die dat nodig hebben.
Het zijn trouwens zeker niet alleen kerkelijke mensen die hulp verlenen aan anderen. Er is ook in 2016 nog heel veel sociale samenhang. Dat zag je onder andere in de discussies over de opvang van vluchtelingen. Hoe mensen met verschillende achtergronden samen probeerden de nood te lenigen. Los van godsdienstige of politieke overtuiging.
Dat de rol van de kerk in de hulpverlening een belangrijke is, moet die kerk niet arrogant maken. Zo van: kijk eens wat wij doen en hoe belangrijk wij zijn. Hulpverlening aan mensen die in nood zijn, behoort namelijk tot het wezen van de christelijke gemeente.
Asociale christenen bestaan niet. Want iemand die zich niet bekommert om zijn naaste draagt de christennaam ten onrechte. En die zich wel om zijn naaste bekommert, heeft niet meer gedaan dan wat hij schuldig was te doen.
Voor de overheid zou dit onderzoek echter een reden moeten zijn voor bezinning op het steeds verder wegduwen van religie uit het publieke domein. Omdat een regering die religie terugdrukt achter de voordeur niet alleen religieuzen onrecht doet, maar ook de maatschappij als geheel iets zeer waardevols onthoudt.