Partijen in Sudan sluiten akkoord
Vertegenwoordigers van de Sudanese regering en rebellen uit Darfur in West-Sudan hebben dinsdag overeenstemming bereikt over het oprichten van gezamenlijke commissies die toezicht moeten uitoefenen op een staakt-het-vuren.
Ook zal een internationale conferentie worden georganiseerd die zich zal buigen over de problemen in Darfur. De partijen beloofden elkaar bij onderhandelingen in de Tsjadische hoofdstad N’djamena het bestaande staakt-het-vuren te eerbiedigen, humanitaire hulp tot het gebied toe te staan en volgende maand in de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba het overleg voort te zetten, zei de Tsjadische president Idriss Deby.
Aan het beraad in N’djamena werd deelgenomen door de regering en twee rebellenbewegingen, het Sudanese Bevrijdingsleger en de Beweging voor Rechtvaardigheid en Gelijkheid. Vertegenwoordigers van de Tsjadische regering en de Afrikaanse Unie traden op als bemiddelaar.
De rebellen begonnen hun strijd vorig jaar met als voornaamste eisen een groter aandeel in de macht en rijkdommen. De strijd intensiveerde de afgelopen drie maanden nadat door de regering gesteunde Arabische milities opzettelijk burgerdoelen hadden bestookt. Volgens een recent rapport van een team van de Verenigde Naties werden in Darfur luchtaanvallen uitgevoerd op dorpen en steden, gevolgd door grondaanvallen waarbij systematisch gewassen en bezittingen werden vernield. Dorpelingen werden vermoord, vrouwen en meisjes verkracht.
Niet alleen vluchtten ongeveer 110.000 bewoners van het gebied over de grens naar Tsjaad, ook sloegen ongeveer 700.000 mensen in Darfur zelf op de vlucht. De regering ontkent dat het leger betrokken is geweest bij wreedheden. Het staakt-het-vuren loopt op 2 juni af, maar kan worden verlengd als meer tijd nodig is om een definitieve overeenkomst te sluiten. De Sudanese regering heeft zich verplicht alle milities in Darfur te ontwapenen en te zorgen voor voedsel en andere hulpgoederen voor de vluchtelingen.
Het kinderfonds van de Verenigde Naties, Unicef, deed dinsdag een beroep op de lidstaten om 35 miljoen dollar beschikbaar te stellen voor de hulpverlening.