„Luther zette zich eenzijdig af tegen Rome”
Luther zette zich eenzijdig af tegen Rome en speelde geloof en werken tegen elkaar uit. Zolang protestanten uitgaan van de sola’s als het fundament van de Reformatie, zal er een conflict met Rome blijven. De vraag is dan ook hoe protestanten in de oecumene met de sola’s moeten omgaan.
Dat betoogt drs. Martie Dieperink in haar boek ”Luther en Rome. Een oecumenische visie op het conflict Rome-Reformatie” (uitg. Jongboek, Heerenveen). Dieperink (1943) is protestants theologe die diverse publicaties schreef over new age, moderne gnostiek en christelijk geloof. Zij zette zij zich ook in voor een oecumenisch dialoog tussen protestanten en rooms-katholieken.
In haar boek analyseert Dieperink hoe het conflict met Luther is ontstaan. Daarvoor heeft ze behalve Luthers werken ook de rooms-katholieke bronnen geraadpleegd. Uit deze bronnen concludeert Dieperink dat Luthers stelling dat werkheiligheid kenmerkend is voor dé rooms-katholieke leer nuancering behoeft.
Misverstand
Dieperink: „Katholieke theologie is ten diepste vertrouwen op Gods barmhartigheid. Rome heeft nooit geleerd dat de mens door het doen van goede werken zalig kan worden. Dit is een tragisch misverstand geweest dat eeuwenlang heeft gezorgd voor een negatieve kijk op de Rooms-Katholieke Kerk. Luther heeft de liefde en de goede werken geen plaats meer kunnen geven in het heilsplan van de rechtvaardiging. Luther dacht in tegenstellingen of conflictdenken: geloof contra werken, Schrift contra traditie.”
Dieperink ziet bij Luther een individualistische geloofshouding die de oorzaak is geworden van de enorme verdeeldheid op het kerkelijk erf. Toen Rome Luther had veroordeeld, heeft hij wraak genomen en liet hij zich door wraak en woede jegens Rome leiden, concludeert Dieperink op grond van uitlatingen van Luther. „Luthers veroordeling is daarom een pastorale en strategische misser van Rome geweest. Anderzijds: de scherpe oordelen van Luther over katholieken kunnen zij als laster zien. De tijd is nu gekomen om spijt te betuigen, als deze oordelen van Luther te hard en onterecht zijn geweest.”
U doet het voorkomen alsof Luther Rome niet heeft begrepen. In zijn strijd tegen Rome heeft hij toch de verdienstelijkheid van de werken, zoals tot uiting kwam in de aflaat, in haar kern getroffen?
„De rooms-katholieke leer –ook die van de bekende aflaatprediker en priester Johann Tetzel– is door Luther eenzijdig weergegeven. Tetzel heeft niet geleerd dat ons eeuwig heil voor geld te koop is. Ook de latere leer van Trente ging uit van de rechtvaardiging door het geloof en dat de zaligheid alleen uit genade is.”
U hoopt dat het komende Lutherjaar een Christusjaar wordt waarin gelovigen samen Christus eren. Dankzij de oecumenische wind die er waait beschouwen gelovigen zich volgens u nu als broeders en zusters. Is dat niet al te optimistisch geredeneerd, gezien de huidige struikelblokken in de oecumene met Rome?
„Ik weet dat er genoeg struikelblokken zijn en dat daarover zeker doorgesproken moet worden. De sola’s van de Reformatie zijn ons als protestanten dierbaar, maar wij kunnen er een vertaalslag van maken en een nieuwe oecumenische betekenis aan geven. Dan belijden Rome én Reformatie alleen de Bijbel en alleen Jezus Christus. Nu wij de Rooms-Katholieke Kerk weer als een christelijke kerk beschouwen, is het gepast om schuld te belijden over alle strijd en verdeeldheid. Ik neem geen positie in ten aanzien van het conflict tussen Luther en Rome, maar roep alleen ertoe op om te stoppen met twisten. Ik vind dat de tijd gekomen is om meer begrip voor elkaar te krijgen. Dat is er ook al trouwens.”