De ontdekking werd de afgelopen winter al gedaan bij de aanleg van een nieuwe campus van de Bezalelkunstacademie in het centrum van Jeruzalem.

Tijdens de opgraving zagen archeologen dat de overblijfselen van een toren uitstaken boven de stadsmuur. Ten westen van de toren, waar het leger van de Romeinen zich bevond, vonden ze de stenen die de Romeinen met katapulten naar de Joodse verdedigers op de stadsmuur slingerden.

De ontdekking bevestigt dat het Romeinse leger onder Titus Jeruzalem veroverde en de Tweede Tempel verwoestte, stellen de archeologen dr. Rina Avner en Kfir Arbib. Het bombardement was bedoeld om de schildwachten die de muur bewaakten, aan te vallen. Zo kregen de Romeinse soldaten de nodige dekking om de muur met stormrammen te bewerken.

Volgens de Joodse historicus Flavius Josephus (ca. 37-100 na Chr.) diende de muur om de nieuwe wijk Beit Zeita te beschermen, die buiten de grenzen van Jeruzalem was gebouwd. Koning Herodes Agrippa I, die regeerde van 41 tot 44 na Christus, begon met de bouw. Hij staakte deze echter om niet het wantrouwen te wekken van keizer Claudius, die van 41 tot 54 na Chr. de scepter zwaaide.

De aanleg van de muur werd twintig jaar later hervat. De Joodse rebellen begonnen toen de voorbereidingen voor de opstand.