Spaanse socialisten geven premier vertrouwen
De Spaanse socialisten hebben zondag de weg vrijgemaakt voor een minderheidsregering van de conservatieve volkspartij PP. Daarmee is een einde gekomen aan de politieke impasse van de afgelopen tien maanden. Door de onmacht van het demissionaire kabinet om besluiten te nemen, stagneerde de economische ontwikkeling in Spanje.
Op een congres van de centrumlinkse PSOE in Madrid stemden 139 leden in met gedoogsteun voor premier Mariano Rajoy, die nu eindelijk aan zijn tweede termijn kan beginnen. De rest van de stemgerechtigden, 96 in getal, toonde nog altijd geen vertrouwen in Rajoy. De koerswijziging heeft te maken met het vertrek van partijleider Pedro Sánchez, die samenwerking met de PP al die tijd uitsloot en aanstuurde op nieuwe parlementsverkiezingen. Hij stapte onlangs gedwongen op na het verlies in regionale verkiezingen.
Het Spaanse parlement kan nu voor de deadline, die was vastgesteld op 31 oktober, een besluit nemen over het tweede kabinet Rajoy. De socialistische afgevaardigden zullen zich van stemming onthouden. Dat kwam de PSOE op kritiek te staan van de linkse protestpartij Podemos. Leider Pablo Iglesias zei in een reactie dat in Madrid „de facto een grote coalitie is gevormd”.
Javier Fernández, voorzitter van het interim-bestuur van de PSOE, vond die conclusie erg kort door de bocht. „Onze partij voert de oppositie aan en zal dat blijven doen.” Fernández sprak van een keus voor het „minste van twee kwaden”. Een verzwakte conservatieve regering is voor hem en veel partijgenoten beter dan nieuwe parlementsverkiezingen met een dreigende afstraffing.