D. werd zelf neergeschoten en raakte daardoor zwaargewond. De agenten waren bang dat hij zou schieten. Ze waren juist naar zijn woning op het woonwagenkamp aan de Pietersberg gekomen omdat ze hem verdachten van vuurwapenbezit. Daarvoor kreeg hij wel een half jaar cel, waarvan de helft voorwaardelijk.

D. heeft verklaard dat hij de twee wapens had aangeschaft nadat hij zelf door onbekenden was bedreigd. Er was op hem en zijn auto geschoten. De Rijksrecherche deed ook nog onderzoek naar het incident op het woonwagenkamp. Die kwam tot de conclusie dat leden van het arrestatieteam terecht schoten op D. Die zijn daarom niet vervolgd.

De rechtbank stelde dat het arrestatieteam weliswaar een logo van de politie op de borst had staan, maar dat D. dat door de schilden niet kon zien. Omdat het daarnaast razendsnel ging en D. ook geen ervaring met politie heeft, kon hij niet weten dat het een arrestatieteam betrof. Er is sprake van ‘putatief noodweer’, zelfverdediging tegen een veronderstelde dreiging.

D., die een zichtbaar litteken in het gezicht overhield aan de schoten, was zichtbaar opgelucht. „Hier kan ik het mee afsluiten. Nu kan ik door met mijn leven.”

D. zat zijn straf inmiddels uit in voorarrest.