Opinie

Verinnerlijking of ondergang

De toekomst van het christelijk onderwijs hangt af van verinnerlijking, aldus Ewald Mackay.

Ewald Mackay
14 October 2016 15:37Gewijzigd op 16 November 2020 07:33
beeld ANP, Remko de Waal
beeld ANP, Remko de Waal

Het jubilerende Ichthus College te Veenendaal is genoemd naar het symbool van de vis. Het Griekse woord voor vis, ”Ichthus”, is een acroniem van ”Jezus Christus, Zoon van God, Verlosser”. Een mooiere naam is er voor een school niet te bedenken. Christelijk onderwijs is Christus-onderwijs. Graag wil ik ter gelegenheid van dit jubileum enkele dingen zeggen over verleden, heden en toekomst van het christelijk onderwijs.

Verleden

Het christelijk onderwijs kent een zeer oude traditie. Deze traditie gaat terug op de Joodse traditie. In Deuteronomium 6 ligt hiervoor de grond: gij zult uw kinderen de tekenen Gods in de geschiedenis vertellen. Onderwijs is gericht op de lof Gods en de dienst aan de naaste. In de Vroege Kerk is dit onderwijsideaal door Augustinus magistraal vormgegeven binnen de context van het klassieke Grieks-Romeinse onderwijs. In de middeleeuwen kreeg dit gekerstende openbare onderwijs een expliciet christelijke structuur in de scholastiek. In de Reformatie en het Bijbelse humanisme van de zestiende eeuw werd dit onderwijsideaal in kritische zin voortgezet door Sleidanus en anderen.

De meer seculiere traditie binnen het humanisme van de zestiende eeuw, het rationalisme en empirisme vanaf de zeventiende eeuw en de verlichting van de achttiende eeuw hebben het onderwijs bevorderd, maar ook geseculariseerd. Door het opkomende liberalisme in zijn meer harde vorm is de schoolstrijd ontstaan, die in 1917 eindigde met werkelijke gelijkstelling en gelijke financiering van openbaar en christelijk onderwijs, door middel van artikel 23 van de Grondwet.

Heden

In dankbaarheid wil ik zeggen dat er nog altijd ruimte is voor christelijk onderwijs. Artikel 23 staat nog steeds in de Grondwet. Dat willen we niet opgeven, Arjen Lubach en andere rabiate aanvallers van het christelijk onderwijs ten spijt.

Ik maak me ernstig zorgen over de onderwijsvisie van het huidige kabinet. Het regeerakkoord staat bol van de economische termen. Dit document ademt sterk een sfeer van „meten is weten”, van harde, zakelijke kennis en van „kennis is macht.” De onderwijsinspectie is in het spoor van het kabinetsbeleid een steeds benauwender regime gaan voeren van controledwang. Gelukkig hebben SGP en D66 zich daar door middel van een aangenomen wetsvoorstel tegen verzet, maar er is nog veel meer nodig.

Het moet ons mijns inziens gaan om werkelijke ”bildung” of vorming. Dat is ten diepste een geestelijke zaak. Iedereen voelt dat we als samenleving de weg kwijt zijn. De hele wereld is op drift. We staan allemaal voor de urgentie van de tijd. Alleen een diep innerlijk antwoord kan hier nog een uitweg bieden: een reveil.

Toekomst

Het huidige kabinet heeft bij monde van staatssecretaris Dekker het initiatief genomen om na te denken over het onderwijs van de toekomst. Er is een landelijke discussie rondom dit alles ontstaan over Onderwijs #2032, die is uitgemond in het Definitief Advies Commissie Schnabel.

Ik ben aangenaam verrast dat Paul Schnabel de hier verwoorde verlegenheid van de huidige samenleving aanvoelt en een terugkeer tot het oude bildungsideaal van onderwijs bepleit. Ik ben het echter niet eens met Schnabels opdeling van bildung in verschillende compartimenten. Er lijkt een soort objectief gebied te zijn dat we ”vaardigheid” noemen, waar het gebied van de bildung en dat van de maatschappelijke toerusting, die we respectievelijk ”waardigheid” en ”aardigheid” noemen, als losse planeten omheen zweven. Als je niet uitkijkt wordt bildung dan iets voor de vrijdagmiddag. Ik zou hiertegenover willen pleiten voor eenheidsdenken. We kennen alle dingen vanuit een omvattend perspectief of wereldbeeld. Alle weten is een vorm van interpretatie van de wereld vanuit een vertrekpunt dat in wezen een vorm van geloof of een axioma is.

De commissie-Schnabel belijdt als een universele waarde het democratische of tolerante denken. In wezen is dit echter een formele waarde en geen inhoudelijke. Ik ben bereid met de formele waarde mee te gaan en mijn eigen wereldbeeld ter discussie te laten stellen. Maar dan wil ik ook weten wat het inhoudelijke wereldbeeld van Schnabel is. En dat ontbreekt in dit advies. Het kan niet zo zijn dat formele waarden onze inhoudelijke waarden zijn: dan is onze inhoud een vorm van leegte.

Ik ben het niet eens met de vakclustering die de commissie-Schnabel voorstelt. Laat de vakken maar hun eigen gebied hebben, mits ze als geheel bijdragen aan de vorming van een wereldbeeld. Ik deel dan ook niet de mening van Schnabel dat de algemene basis voor allen uit Nederlands, Engels, rekenen en computervaardigheden bestaat. Juist een pleidooi voor bildung leidt er volgens mij toe dat je alle vakken als even belangrijk ziet.

Verinnerlijking

Ik zou het zeer toejuichen als er, mede door de discussie rond Onderwijs #2032, een werkelijke verinnerlijking komt in ons land. Ik meen dat ons land zonder een dergelijke verinnerlijking zal afstevenen op zijn ondergang. Ik geloof echter ook dat het nog óm kan gaan. Persoonlijk geloof ik dat dit ten diepste slechts kan in het spoor van Hem Die inging in de wateren van de tijd en Wiens symbool het Ichthusteken is.

Ewald Mackay is docent cuma, geschiedenis en filosofie aan de Driestar hogeschool te Gouda. Dit artikel is een samenvatting van de lezing die hij gisteren hield ter gelegenheid van het zestigjarig bestaan van het Ichthus College te Veenendaal.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer