Vooral op het gebied van het terugdringen van de CO2 gaat het veel sneller dan verwacht. In 2020 zou er volgens deze laatste cijfers 23 procent minder broeikasgas worden uitgestoten ten opzichte van 1990. Wel wordt er een bandbreedte van 20-26 procent gehanteerd.

Omdat de doelen van het Energieakkoord in het gedrang leken te komen, zijn in april afspraken gemaakt om extra stappen te zetten. Als deze maatregelen worden meegerekend, dan is de verwachting dat ook de doelen van 14 procent hernieuwbare energie en 100 petajoule extra energiebesparing in 2020 binnen bereik zijn.

In 2013 sloten overheid, bedrijfsleven en milieuorganisaties het Energieakkoord om een duurzame energiebeleid te bereiken.

Premier Mark Rutte noemde de cijfers „echt goed nieuws”. Al moet er volgens hem nog wel „hier en daar” iets gebeuren. Staatssecretaris Sharon Dijksma (Milieu) vindt het „bemoedigend”. Het betekent volgens haar ook dat we voor de jaren erna „nog heel grote stappen moeten zetten”. In Europa is afgesproken dat de CO2-uitstoot 40 procent minder moet zijn in 2030.

Als de uitstoot van broeikasgassen naar 23 procent gaat, dan voldoet het kabinet bijna aan het Urgenda-vonnis. De rechter oordeelde vorig jaar dat Nederland te weinig doet om de uitstoot van koolstofdioxide tegen te gaan en dat de uitstoot in 2020 met 25 procent moet zijn verminderd.

Volgens de samenstellers van de NEV is de doelstelling helemaal haalbaar als twee omstreden kolencentrales dichtgaan. Mits de regering, om die te vervangen, geen energiebronnen aanspreekt die ook weer een broeikaseffect hebben.

Milieuorganisaties waarschuwen voor te vroeg gejuich. Het Energieakkoord werpt volgens hen inderdaad vruchten af, maar er moet nog harder worden gewerkt om de klimaatafspraken van Parijs te halen. De rooskleurige cijfers zijn bovendien het gevolg van een rekentruc, denken ze. Maar de NEV-rekenmeesters spreken tegen dat ze hun raming hebben aangepast onder politieke druk.