PvdA’er gaan knokken om plek 1 op lijst
Nu én Kamerlid Monasch én (waarschijnlijk) minister Asscher zich in de strijd om het lijsttrekkerschap storten, breekt voor de PvdA een zeer spannende tijd aan. De vraag wie winnaar wordt, is misschien minder interessant dan de vraag wat zo’n gevecht met de partij doet.
Zou de huidige partijleider, Samsom, ervan balen dat zich donderdag twee concurrenten aandienden in de strijd om het lijsttrekkerschap van de PvdA? ’s Morgens meldde zich eerst Kamerlid Monasch. Daarna verspreidde de NOS het nieuws dat Asscher maandag bekend gaat maken dat ook hij zich wil kandideren.
Wie op Samsoms eigen woorden afgaat: nee, hij baalt er niet van. Hij vindt het –zegt hij– juist leuk. En die opgewekte reactie zou weleens méér kunnen zijn dan alleen een zich groot houden. Want de geplaagde PvdA-leider, die de achterliggende jaren bakken met kritiek over zich kreeg uitgestort, beseft terdege dat zo’n lijsttrekkersstrijd óók kansen biedt. Wint hij hem, dan heeft hij zijn interne en externe gezag in één klap herbevestigd.
Lijsttrekkersverkiezingen hebben voor- en nadelen. Als ze, zoals ooit in de strijd tussen de VVD’ers Rutte en Verdonk, ontaarden in moddergevechten, brengen ze een partij in zekere zin schade toe. In zekere zin, want het gekke is dat de VVD in de maanden waarin deze strijd aan de gang was, in de peilingen steeg van 22 naar 27 zetels.
Dat geeft de PvdA geen garantie dat dit ook haar overkomt. Maar dat extra media-aandacht en extra kansen om standpunten voor het voetlicht te brengen, een gunstig bijeffect van lijsttrekkersverkiezingen zijn, staat buiten kijf. En natuurlijk blíjft het spannend: wie gaat er winnen?
Monasch
Kamerlid Jacques Monasch (54) in elk geval niet. Daarvoor is hij binnen en buiten de eigen gelederen te onbekend. Niet dat hij in de PvdA een randfiguur is. Voor hij in 2010 in de Kamer kwam, was hij als adviseur al betrokken bij diverse verkiezingscampagnes.
Maar wat behalve zijn relatieve onbekendheid tegen hem werkt is zijn imago als enfant terrible. Monasch stemt zo af en tegen de fractielijn in, zoals dit jaar in het Kamerdebat over de uitslag van het Oekraïnereferendum. En Monasch kapittelt zijn eigen partij soms publiekelijk.
Dat alles maakt zijn deelname aan de lijsttrekkersstrijd in elk geval wél interessant. Dat bleek donderdag al, toen hij tijdens een persconferentie flink uitpakte tegen partijvoorzitter Spekman, die al eerder zijn voorkeur uitsprak voor Samsom. „Matchfixing in achterkamertjes”, aldus Monasch.
Monasch wil geen premier worden. Als de PvdA onder zijn leiding de grootste wordt, is de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb zijn premierskandidaat.
Dit, en andere tegendraadse standpunten, maken dat Monasch garant staat voor een gepeperde bijdrage aan het debat.
Asscher
Hoewel hij het nog niet openlijk wil zeggen –maandag verschaft hij duidelijkheid– lijkt nu toch eindelijk te gaan gebeuren waar veel PvdA’ers al jaren op hopen, namelijk dat Lodewijk Asscher (42) zich kandidaat stelt voor het partijleiderschap. Voor veel partijleden is de oud-wethouder uit Amsterdam dé droomkandidaat.
Asscher is gedreven, beheerst, en heeft een goed gevoel voor thema’s die samenhangen met de sociaaldemocratische ideologie. De Amsterdammer van Joodse origine, die van SGP-jongeren de Oranje Bovenprijs kreeg vanwege zijn aanpak van het prostitutieprobleem op de wallen, ligt goed in een groot deel van de partij. Niet voor niets riep een groep lokale PvdA-bestuurders hem donderdag in een open brief op mee te doen aan de race.
Dat alles wil niet zeggen dat hij geen nadelen heeft. Of deze keurige en beschaafde man in scherpe tv-debatten goed is opgewassen tegen gehaaide tegenstanders als Wilders en Rutte zal nog moeten blijken. Dít heeft Samsom in elk geval op zijn gevreesde tegenkandidaat voor: dat híj in debatten tegen nagenoeg iedereen op kan, hééft hij al bewezen.
Samsom
Zijn debattechniek is meteen het sterkste punt van de huidige partijleider, Diederik Samsom (45). Als hij de lijsttrekkerstrijd gaat winnen, zal dat waarschijnlijk zijn vanwege zijn gedrevenheid, zijn ongelooflijke dossierkennis, zijn snelheid van denken en zijn goed ontwikkelde debatteertechniek.
Daarmee heeft de voormalige Greenpeace-campagneleider, die vanaf 2003 in de Kamer zit en die in maart 2012 Cohen opvolgde als fractievoorzitter, al eerder laten zien veel te kunnen bereiken. Vier jaar geleden wist comebackkid Samsom de PvdA vanuit een diep electoraal dal via een knap gevoerde campagne omhoog te voeren naar het respectabele aantal van 38 Kamerzetels. Tot kort voor de uitslag hielden waarnemers er rekening mee dat hij zijn grote rivaal, VVD-leider Rutte, mogelijk zou kunnen verslaan.
Kan Samsom dat kunstje herhalen? Zou híj niet de geschiktste PvdA’er zijn om zich begin 2017 tussen de twee kemphanen Rutte en Wilders in te wringen en een echte tweestrijd tussen die beiden te voorkomen? Misschien wel, maar dan zal hij toch eerst zijn vriend Asscher moeten verslaan.