Medeplegers staatsgreep Fiji veroordeeld
Tien Fijische rebellen die in mei 2000 samen met de maandag veroordeelde George Speight een staatsgreep pleegden, zijn dinsdag veroordeeld tot straffen van achttien maanden en drie jaar. De hoogste straf was voor de broer van Speight. De negen anderen kregen anderhalf jaar cel. De aanklacht was van hoogverraad veranderd in vrijheidsberoving.
Twee andere coupplegers moeten nog berecht worden. De aanklacht tegen deze twee is nog steeds hoogverraad, maar hun advocaten denken dat ook die veranderd wordt in een minder vergrijp.
George Speights doodvonnis is maandag „wegens de nationale veiligheid” in levenslang omgezet, zo deelde procureur-generaal Qoriniasa Bale mee. Speight had zichzelf direct na het begin van de zitting schuldig verklaard aan hoogverraad. Iedereen verwachtte dat hij daarna een tamelijk milde straf zou krijgen. Daarom ontstond in de rechtszaal grote opschudding.
Die verwachting was mede gebaseerd op het feit dat de regering vorige week had aangekondigd dat zij de doodstraf wil afschaffen en dat zij doodvonnissen zal omzetten in levenslang. Die wet is echter nog niet in het parlement behandeld. Uiteindelijk adviseerde een speciale commissie omzetting van het doodvonnis in levenslang.
Zakenman Speight en twaalf anderen namen 19 mei 2000 gewapenderhand het parlementsgebouw in en dwongen de toenmalige premier Chaudhry terug te treden. De coupplegers zeiden op te komen voor de rechten van de inheemse bewoners van het eilandenrijkje in de Stille Zuidzee. Premier Chaudhry was de eerste etnisch Indische regeringsleider van Fiji. De coupplegers hielden hem en verscheidene ministers 56 dagen gegijzeld.
Na de coup stelde het leger een interimregering aan die bestond uit inheemse Fijiërs. Die regering werd uiteindelijk illegaal verklaard.