Vivian den Hollander: Opa leest ondeugender boeken voor
Vivian den Hollander (1953) is geen oma, maar het thema van de Kinderboekenweek spreekt haar wel degelijk aan. In haar nieuwste kinderboeken logeren kinderen bij hun grootouders of zijn ze op zoek naar een vermiste oma.
„Mijn kinderboeken zitten vol fantasie”, zo omschrijft de auteur uit Reeuwijk haar werk. Ze is moeder van een (inmiddels volwassen) tweeling. „Heel anders dan de meeste kinderboeken die ik zelf als kind las of die me voorgelezen werden. Iedereen moest lief en braaf zijn. Ik schrijf vaak spannende of grappige boeken en de kinderen zijn ondernemend.”
Soms maakt Den Hollander gebruik van herinneringen aan haar jeugd. „Ik woonde een tijd in Scheveningen, dicht bij het strand. Zo ontstond de serie over het meisje Kaat dat dicht bij zee woont met haar hondje Ko.”
Tot haar vierde levensjaar woonde de schrijfster met haar ouders bij haar opa en oma in huis. „Door de woningnood na de Tweede Wereldoorlog waren mijn ouders daartoe gedwongen, maar ik vond het niet erg. Ik had bijzondere oma’s, die allebei de Scheveningse klederdracht droegen. Ik ben veel voorgelezen. Mijn oma ging vaak met me naar de bibliotheek. Alleen al daarom associeer ik het Kinderboekenweekthema met iets prettigs.”
Den Hollander hoeft het bij het schrijfproces echter niet alleen van haar herinneringen van lang geleden te hebben. Ze was twintig jaar juf en geeft presentaties op basisscholen. „Vanmorgen was ik in een klas met kleuters. Ik vertelde het verhaal uit het boek ”Naar oma en opa Pannenkoek”. Jimmy en Lisa gaan bij opa en oma logeren. Jimmy neemt geen knuffel mee. Dat is niet stoer. Maar als het slaaptijd is, mist Jimmy hem toch. Een jongetje uit die klas vertelde met een klein stemmetje: „Ik kan ook niet slapen zonder m’n knuffel.””
Hebben opa’s en oma’s een bijzondere taak bij het inwijden van kinderen in de wereld van het boek?
„Zeker! Zij hebben meer tijd en rust om voor te lezen dan drukke ouders. Ik zie dat veel grootouders die taak serieus nemen. Tijdens de Kinderboekenweek ontmoet ik veel opa’s en oma’s, die een boek komen kopen voor hun kleinkinderen. Zij doen dat heel bewust. Een mooie traditie.”
Waarom zouden ze hun kleinkinderen aanmoedigen om te lezen?
„De juf in mij vindt het nog altijd heel belangrijk dat kinderen plezier krijgen, en houden, in lezen. Het helpt hen enorm in hun taalontwikkeling.”
Welke boeken uit uw kindertijd herinnert u zich nog?
„Zelf las ik toen ik wat groter was ”Alleen op de wereld”. Daar heb ik stiekem om gehuild, zo mooi vond ik dat verhaal. Mijn moeder las me gedichtjes voor van Annie M. G. Schmidt. Of boeken van W. G. van de Hulst. Mijn vader hield meer van Pietje Bell. Van hem hoefden die brave boeken niet zo, haha! Daarom is het belangrijk dat vaders en opa’s ook voorlezen. Zij kiezen andere, en ondeugender boeken dan moeders en oma’s.”
”Voor altijd jong – opa’s en oma’s” is het thema van de Kinderboekenweek. Vijf auteurs komen aan het woord. Vrijdag: Marian Schalk (slot).