Paul Posts speurtocht naar door nazi’s geroofde diamanten
Een brief in de nalatenschap van je vader over een verdwenen diamantschat. Het lijkt het begin van een jongensboek, waarbij dan uiteraard een spannende zoektocht volgt.
De ontdekking en speurtocht van Paul Post zijn echter te wrang om in de categorie van spannende speurboeken onder te brengen. Wim Post –vader van Paul– werkte tijdens de Tweede Wereldoorlog bij het Rijksbureau voor Diamant in Amsterdam, een rijksinstelling die was opgericht om de landelijke diamantindustrie te steunen in de (eigenlijk al verloren) concurrentieslag met Antwerpen.
Na de meidagen van ’40 namen de nazi’s de controle van de diamantindustrie over. Op 16 april 1942 werden nagenoeg alle diamantairs –veelal Joden– opgeroepen om hun voorraden bij de Duitsers in te leveren. Officieel werd de 70.000 karaat diamant (1 karaat is 200 milligram) in bewaring genomen, maar in de praktijk kwam het neer op roof.
In ”De diamantenroof” doet Paul Post met hulp van de schrijver Bies van Ede verslag van zijn zoektocht naar de verdwenen diamanten. Het boek bevat zelfs een paar foto’s van de onbeschaamde diefstal op klaarlichte dag.
De rovers bedrogen niet alleen hun slachtoffers, maar ook hun opdrachtgevers. Er waren dubbele boekhoudingen waardoor vele miljoenen niet ten goede kwamen aan de Duitse oorlogvoering, maar in de zakken van de Duitse toezichthouders belandden.
De medewerkers van het rijksbureau trachtten nog te voorkomen dat de ‘in bewaring gegeven’ diamanten door de nazi’s werden meegenomen. Ze probeerden hun directie ertoe te bewegen de diamanten –inmiddels ondergebracht in Arnhem– te verstoppen. Ze waren zelfs bereid daarvoor hun leven te wagen, maar de directie gaf niet thuis.
Uiteindelijk werden de diamanten achterovergedrukt door corrupte nazi’s. De brief –gedateerd 10 oktober 1944– die Post in de nalatenschap van zijn vader vond, is daar de weerslag van.
Ook in België bleken dergelijke praktijken op grote schaal te hebben plaatsgehad. Daar is na de oorlog echter uitgebreid onderzoek gedaan en kon de kwestie grotendeels in kaart worden gebracht.
Post kwam erachter dat dit in Nederland niet het geval was en ging zelf op onderzoek uit. In dat onderzoek kwam de naam van de Duitse jurist Frederik Kadgien bovendrijven; hij werd het doel van Posts zoektocht. Het onderzoek dwingt bewondering af vanwege de speurzin van Post. Hij zette door, ondanks veel (ambtelijke) laksheid en tegenwerking.
Het onderwerp van ”De diamantenroof” is absoluut de moeite waard, maar had wel een betere presentatie verdiend. De tekst is rommelig, soms onsamenhangend en kent overlappingen. Vaak is onduidelijk wat er wordt bedoeld, aangezien mensen of zaken eerst worden genoemd en daarna pas worden geïntroduceerd. Het boek bevat overbodige katernen (in het grijs), waarvan de informatie (veel korter) in de tekst had kunnen staan. Ook worden er bladzijden gevuld met bronnen, die beter in een bijlage hadden gekund. Eenvoudige parafrase had dan volstaan. Sommige missers hadden eenvoudig voorkomen kunnen worden: natuurlijk dateert de Vrede van Versailles niet van 1918…
Is het boek daarmee afgeserveerd? Zeker niet. De schrijvers geven een aangrijpend inzicht in de manier waarop Kadgien en zijn handlangers na de oorlog profiteerden van de dubbele agenda’s van ”the good guys”. De Amerikanen frustreerden Nederlands onderzoek om de geroofde diamanten terug te krijgen en lieten de voormalige nazi’s ongehinderd naar Zuid-Amerika vertrekken. Ondertussen werden in Nederland belangwekkende archieven over de diamantenkwestie vernietigd, omdat de regels nu eenmaal zo waren… Uiteraard vond Post de schat niet terug, maar hij kreeg wel inzicht in een onbekend hoofdstuk van de nazimisdaden.
Post eindigt zijn boek met de sombere constatering dat het leed in de wereld niet afneemt. Toch reikt het boek verder. Vader Post beschrijft hoe hij God in het wereldgebeuren ervaart. Hij gelooft in Zijn bemoeienis en ziet de verwoeste Duitse steden als een Godsgericht. Het doet denken aan Psalm 9:17b: „De Heere is bekend geworden, Hij heeft recht gedaan. De goddeloze raakt verstrikt in het werk van zijn eigen handen.” En hij vertrouwt op Gods zorg voor het individu. Tijdens de grote voedseltekorten schrijft hij op 2 mei 1945: „Je hebt schrik als de tarwe op is. Want wat dan? Maar onze Lieve Heer heeft ons tot dusver steeds geholpen en zal ook nu weer laten zien, dat Hij er nog is.”
Boekgegevens
”De diamantenroof. Hoe hoge nazi’s met diamanten uit België en Nederland naar Zuid-Amerika vluchtten”, Bies van Ede en Paul Post; uitg. Kok Omniboek, Utrecht, 2016; ISBN 978 94 019 0753 8; 253 blz.; € 19,99.