Eurofractie CU-SGP: Turkije niet toelaten
De eurofractie van ChristenUnie-SGP is tegen toetreding van Turkije tot de EU. De islamitische achtergrond van het land vormt een belangrijke overweging bij dat standpunt.
De vertegenwoordigers van de twee protestantse partijen in het Europees Parlement organiseerden afgelopen zaterdag in Lunteren een congres met het oog op de komende verkiezingen. De discussie spitste zich toe op de vraag of Turkije moet worden toegelaten tot de Unie. Eind dit jaar nemen de regeringsleiders een beslissing over het wel of niet starten van de voorbereidende onderhandelingen. Die zullen naar verwachting zeker tien jaar duren.
„Dat Turkije een seculiere staat is, is een mythe”, verklaarde afgevaardigde en nummer twee op de gecombineerde lijst drs. B. Belder. Hij lichtte toe dat de overheid de soennitische islam bevoordeelt en christelijke kerken discrimineert.
Dr. B. J. Spruyt, directeur van de Edmund Burke Stichting, vindt dat er, alvorens het overleg begint, eerst zekerheid dient te bestaan over gelijke rechten voor minderheden. „Anders is er sprake van een verkeerd signaal”, meent hij. Hij constateert dat de Turken, hoewel zij een gematigde vorm van de islam aanhangen, een volstrekt andere interpretatie geven aan een moderne rechtsstaat dan de EU.
De europarlementariër J. Lagendijk van GroenLinks verdedigde de stelling dat een afwijzende houding averechtse gevolgen zal hebben voor de minderheden, waaronder de Koerden. Die zien in aansluiting bij het verenigd Europa een waarborg dat hun rechten beter zullen worden gerespecteerd, hield hij de congresgangers voor. Hij benadrukte: „Er is veel mis met de vrijheid van godsdienst, daarover zijn we het eens. Maar dat kunnen we veranderen door het land juist het lidmaatschap aan te bieden. Dan verkeren we in een positie om druk op de ketel te zetten.”