Hij reageerde op de commotie die is ontstaan na uitlatingen van premier Ariel Sharon. Die zei vrijdag in een tv-interview dat Israël zich niet langer gehouden acht aan de belofte Arafat geen haar te krenken.

Sharon is niet van plan om Arafat „volgende week, vandaag of morgen” iets aan te doen, zei Olmert. Volgens de vice-premier herhaalde Sharon in het tv-interview wat hij al eerder zei, namelijk dat Arafat niet onaantastbaar is. Olmert kreeg bijval van minister Gideon Ezra. Die verklaarde dat de uitlatingen van Sharon vooral bedoeld zijn om de Palestijnse leiding tot daden aan te zetten.

Arafat zelf maakte zondag duidelijk dat hij niet bang is om te sterven. „Het is onze bestemming om martelaren te zijn in dit heilige land”, zei hij. Volgens ingewijden houdt de Palestijnse Autoriteit nu echter serieus rekening met een liquidatiepoging. De Fatah-beweging heeft de beveiliging rond Arafat opgevoerd.

Een paar honderd schoolkinderen kwamen zondag naar Arafats kantoor in Ramallah om hun leider te steunen. Ze riepen leuzen tegen Sharon en hekelden de Israëlische belegering van Arafat. In de stad Rafah op de Gazastrook hielden 700 aanhangers van Arafat een protestmars.

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, herhaalde eind vorige week nog eens dat Israël Arafat niet mag aanvallen. Powell verklaarde dat „de president duidelijk heeft gemaakt dat hij tegen dergelijke pogingen van Israël is en dat hij van (de Israëlische) premier Sharon de belofte heeft gekregen dat er ook niets gebeurt.”

De veiligheidsadviseur van Bush, Condoleezza Rice, heeft het hoofd van het kantoor van Sharon vrijdag gebeld met eveneens de boodschap dat Israël Arafat moet sparen. Dit meldde de Israëlische radio op zaterdag.

Sharon kreeg na het interview ook kritiek uit onder meer Rusland en Duitsland.