Rutte en minister Bert Koenders (Buitenlandse Zaken) spraken met de fractievoorzitters van CDA, D66, ChristenUnie, GroenLinks en SGP. Het kabinet wil weten met welke oplossing zij kunnen leven. Ook coalitiepartijen VVD en PvdA schoven aan. Rutte heeft de steun van de oppositie nodig in de Eerste Kamer waar hij geen meerderheid heeft.

In april stemde een ruime meerderheid tijdens een referendum tegen het verdrag. Rutte liet daarop weten in Brussel te gaan zoeken naar een uitweg waarmee recht wordt gedaan aan de nee-stem. Hij heeft de Kamer beloofd voor volgende maand met een reactie te komen. De oppositie heeft eerder aangegeven dat recht moet worden gedaan aan de uitslag van het referendum.

Na de bijeenkomst hielden de fractieleiders zich op de vlakte. „We hebben aangehoord en ons laten informeren”, zei D66-voorman Alexander Pechtold. „Niks nieuws gehoord”, was later bij de oppositie te horen. „We wachten af waar het kabinet mee komt”.

Het feit dat de fractieleiders niks wilden zeggen wordt in regeringskringen als positief geïnterpreteerd. „De deur is nog niet dichtgeslagen, dat is winst.” Een nieuw overleg wordt niet uitgesloten. Het was voor het eerst dat kabinet en fractieleiders hierover samen om tafel zaten.

Vanaf het begin heeft Rutte gezegd dat het moeilijk wordt om een uitweg te vinden. Op een VVD-gebeuren in Spijkenisse zei hij maandag tegen de verzamelde media: „Ik was pessimistisch en ben nog steeds pessimistisch”. Dinsdag bespreekt hij de kwestie telefonisch met EU-president Donald Tusk.

De oppositiepartijen die niet voor het overleg waren uitgenodigd zijn boos. „VNL heeft een brief gevraagd aan Rutte over achterkamertjespolitiek inzake referendum Oekraïne. Wat is daar allemaal stiekem besproken?”, twitterde Louis Bontes van VoorNederland (VNL).